Heiwerkzaamheden voor de aanleg van een steiger voor de kolenboten voor de gasfabriek.
dichtgedraaid, dit om gasverstikking of ontploffingen te voorkomen.
Tijdens het bombardement door een Engelse piloot die meende dat hij zich ergens anders
bevond, werd de gasfabriek gelukkig niet geraakt. Dat voorkwam veel narigheid.
In 1920 schafte men lantaarnuurwerken aan, die er voor zorgden dat de lantarens automa
tisch aan en uit gingen. Na verloop van tijd bleek dit toch geen groot succes te zijn. Deze
maatregel had echter tot gevolg dat de tweede lantaarnopsteker en diens handlanger wer
den ontslagen omdat men nu minder personeel nodig had. Twee jaar later breidde men het
aantal gaslantarens met vijftig uit tot een totaal van 202 stuks. Vanaf 1938 ontstak men de
straatverlichting automatisch via een drukgolf.
Met de gasfles grootgebracht
In mei 1921 kwam J. Baas naar Zierikzee als opzichter en waarnemend directeur van de
gasfabriek. Enkele jaren later (1 juni 1927) werd de heer Baas officieel tot directeur be
noemd, nadat zijn voorganger, de heer Prakke, wegens „beleidsperikelen" was afgekeurd.
De heer Baas, die tot 1964 directeur bleef, maakte in deze functie een enerverende tijd
door, (Tweede Wereldoorlog en Watersnoodramp) waarover hij nog veel interessante en
humoristische bijzonderheden weet te vertellen. Hij heeft altijd in het gasbedrijf gewerkt en
is zoals hijzelf vaak gekscherend zegt als het ware met de gasfles grootgebracht.
De Tweede Wereldoorlog
De jaren 1940-1945 waren ook voor het Zierikzeese gasbedrijf niet gemakkelijk. Zo voerde
89