stoffen zijn daar terecht gekomen onder invloed van het produktieproces. Het uit de kolen verkregen gas bevatte nog een groot aantal afvalstoffen en was niet zonder meer voor con sumptie geschikt. Allereerst verwijderde men de teerdelen uit het gas. De teer werd in speci ale teerputten, welke overigens vaak lekten, op het terrein opgeslagen om evenals sommige andere afvalstoffen later weer aan verwerkende chemische bedrijven of particulieren te wor den verkocht. Met behulp van water reinigde men het gas van ammoniak. Ook dit ammoni ak water bewaarde men in speciaal aangelegde putten. Vanaf 1906 bevond zich op het terrein van de gasfabriek een ammoniumsulfaatfabriek waarin met behulp van zwavelzuur uit het ammoniakwater kunstmest werd geproduceerd. Na 1923 was dit niet meer rendabel, omdat men toen de meeste kunstmest veel goedkoper met stikstof uit de lucht bereidde. Sedert die tijd liet men het ammoniakwater gewoon in het Havenkanaal wegvloeien. Nadat de ammoniak uit het gas verwijderd was, leidde men het door zuiveringskisten om het te ontdoen van zwavelwaterstof en cyaan waterstof. Voor deze zuivering gebruikte men tot ca. 1904 Luikse ongebluste kalk en koperrood. De vuile gas- kalk was echter moeilijk verkoopbaar en de gemeente gebruikte ze dan ook nogal eens om er terreinen mee op te hogen. Na 1904 vulde men de zuiveringskisten met ijzeraarde wat veel goedkoper was. Nog later ging men over op de zuivering d.m.v. lux-massa, een bijpro- dukt van de aluminiumindustrie. Dat verontreiniging soms ook zijn goede kanten kan heb ben, blijkt uit het feit dat volgens de vroegere directeur de heer J. Baas, rond de dertiger ja ren, kinderen die aan kinkhoest leden, van hun ziekte zouden zijn genezen door in de zwa velhoudende ijzeraarde op het terrein te spelen. Een feit blijft echter dat het voormalig fabrieksterrein door het gebruik en de opslag van al lerlei chemische stoffen sterk is verontreinigd met alle gevaren vandien. Aan een kostbare sanering zal helaas niet zijn te ontkomen, vooral nu er plannen bestaan hier in de buurt appartementen te gaan bouwen. Slot Grote ongelukken zijn er met het gas in Zierikzee nooit gebeurd ook al kwamen er wel ver- stikkingsgevallen voor door onvoldoende ventilatie of onoordeelkundig gebruik van de toestellen. Ook waren er wel mensen, die het gas voor andere doeleinden gebruikten dan voor verlichting of verwarming. Zo trof men eens een man dood op zijn stoel aan met de gasslang nog in zijn mond. Meestal trachtten de mensen van het gasbedrijf dit soort zelf moorden tegenover de nabestaanden als ongelukken af te schilderen. Thans is op de plaats van de voormalige gasfabriek niet veel meer dat herinnert aan de vroegere bedrijvigheid. Ook de resten van de aanlegsteiger voor de fabriek, waar de 300-tonsscheepjes met steen kool plachtten aan te leggen zijn opgeruimd. Ondanks alles zou het steenkolengasbedrijf de komende jaren best weer eens aktueel kunnen worden. Door de hoge olieprijzen, de weerstand tegen uitbreiding van de kernenergie en de snelle vermindering van de aardgas voorraad, hoort men steeds meer stemmen die pleiten voor een heropenen van de mijnen en het opnieuw fabriceren van steenkoolgas. Misschien dat onze gastoestellen dan nóg een keer omgebouwd moeten worden. Bronnen P. D. de Vos, Zierikzee voor honderd jaar, Zierikzee. 1922 Zierikzeesche Nieuwsbode, 29 mei 1955, 20 november 1956, 11 januari 1957. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland, Gemeente Zierikzee, archief gasfabriek; Notulen van de commissie voor de gasfabriek en straatverlichting. 1856-1962; archief Gemeente Zierikzee, Jaarverslagen 1851- 1922; Fotoverzameling. 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 98