Schoon)schrijven
Er is moeilijk een vak in de lagere school aan te wijzen, waarover zoveel te doen is geweest als
het schrijfonderwijs. Men was voor of tegen schuinschrift, blokschrift, verbonden blokschrift
enzovoorts. Schoonschrijven stond bij de Schouwse schoolmeesters in hoog aanzien.
Regelmatig houdt men wedstrijden in deze kunst. Wanneer er in Schouwen een vacature
vooreen hoofdonderwijzer was, hield men zogenaamde „vergelijkende examens". Schoon
schrijven was een vast onderdeel van deze examens. De kandidaten moesten zich met elkaar
meten in het overschrijven van een gedicht. Dit moest gebeuren in drie lettergroottes. Zoveel
regels groot, middelgroot en zoveel regels klein schrift. Bij het schrijven met de kroontjespen
hechten de meesters veel waarde aan „fraaijheid".
Regelmatig zonden de Schouwse ondetwijzers schoonschriften van hun leerlingen naar de
schoolopziener ter zijner beoordeling. Later werden „vlugheid en vastheid van hand"
belangrijker. Zo houdt K. J. de Huy in 1888 een pleidooi voor vernieuwing van het
schrijfonderwijs. De Huy is pas schoolhoofd te Noordwelle geworden. Het schrijven van het
grote en kleine letterteken had hij dadelijk afgeschaft. Volgens hem was dit schrift voor het
kind onpraktisch en te moeilijk. Tevens wees hij er zijn collega's op dat het belangrijk was dat
de kinderen een goede lichaamshouding aannamen bij het schrijven. Ookbenadaikte hij het
juist hanteren van de pen. De Huy vertelde zijn collega's dat hij gebroken had met de
gewoonte de mooiste schrijfschriften op te hangen aan de zoldering. Het gemeentebestuur
van Noordwelle kon deze vernieuwing maar matig waarderen en liet meester De Huy dat dan
ook duidelijk weten.
Handschrift van een schoolmeester uit hel midden van de 19de eeuw.
Onderwijskundige en actuele zaken
De werkzaamheden hadden niet alleen betrekking op leervakinhoudelijke zaken, ook
onderwijskundige en maatschappelijke kwesties werden tijdens de vergadering besproken.
Zo pasten de Schouwse schoolmeesters op het eind van de negentiende eeuw steeds meer
het didactisch principe van de aanschouwelijklieid toe. Het begrip aanschouwelijklieid werd
met name gepropageerd door de Zwitserse pedagoog Pestalozzi (1746-1827). Hieronder
103