overmaakte aan een weduwe van een collega. Dankzij de inspanningen van de provinciale onderwijsinspecteur werd in Zeeland een weduwenbeurs ingesteld. Sinds 1863 bestond voor leden van het Nederlandse Onderwijzers Gezelschap de mogelijkheid een levens verzekering af te sluiten. Hoewel zijn maatschappelijke positie weinig rooskleurig was, ontbrak het de schoolmeester doorgaans niet aan waardering. Voor een groot deel ontleende hij die aan persoonlijke kwaliteiten, zoals sociale belangstelling, behulpzaamheid en vriendelijkheid. Wanneer er een jubileum te vieren viel, was men in de regel niet karig met huldebetoon aan de jubilaris. Toen M. van der Est, schoolhoofd in Renesse, op 16 maart 1859 25 jaar in het onderwijs werkzaam was, ging dit niet onopgemerkt voorbij, 's Morgens vroeg al waren op verschillende plaatsen vlaggen uitgestoken. Het schoollokaal was versierd. In de loop van de morgen bezochten gemeentelijke en kerkelijke vertegenwoordigers de jubilaris. Als blijk van „hooge ingenomenheid van de gemeente met zijn werk" ontving Van der Est een zilveren inktkoker. Bijdrage van vele inwoners van Renesse hadden dit geschenk mogelijk gemaakt. Ook de collega's van het Schouwse Gezelschap lieten zich niet onbetuigd. Van hen kreeg de jubilaris een zilveren sigarenkoker. Van deze feestdag verscheen een verslag in het landelijke neutrale onderwijsblad „De Wekker". Het artikel eindigt met de woorden: „Lang zal deze genotvolle dag in herinnering blijven. God spare den waardigen onderwijzer voor de zijnen en stelle zijn gewigtig werk ten ruime zegen voor de jeugd der gemeente!". Nog 21 jaar oefende Van der Est zijn functie uit. Begin augustus 1880 overleed hij onverwachts op 69-jarige leeftijd. Jubilea van schoolmeesters werden begin 20ste eeuw ook nog uitbundig gevierd. Foto ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum in 1912 van bet Serooskerk.se schoolhoofd G.J. Barendse. Op de stoep voor zijn huis de jubilerende meester. Rechts naast hem zijn vrouw. De pas opgerichte zangvereniging „Zang veredelt" bracht hem een aubade. 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 115