Betekenis
Overzien we het werk van het Schouwse Schoolonderwijzers Gezelschap, dan blijkt die
hoofdzakelijk van tweëerlei aard te zijn geweest. Ten eerste het streven naar vermeerdering
van de eigen vakbewaamheid. In de tweede plaats een verdieping van de belangstelling voor
onderwijs-en opvoedingszaken. Het Schouwse Gezelschap was geen strijdvereniging voor
betere arbeidsvoorwaarden of betere lonen. Dit lag nog buiten de gedachten kring van de
onderwijzers. Het Gezelschap bleef grotendeels een soort ontwikkelingsvereniging. Niette
min heeft het streven naar verhoging van het onderwijspeil ook geleid tot maatschappelijke
verheffing van de positie van de onderwijzer.
Pas vanaf 1806 kan men met enig recht spreken van volksonderwijs. De Schouwse
onderwijzers, behoorden, met vele collega's in die tijd, tot de bouwers van het volks
onderwijs. Zelf vaak afkomstig uit de laagste bevolkingsklasse wijdden zij zich met ernst en
goede wil aan hun taak het volkskind de eenvoudige doch onontbeerlijke schoolwijsheid bij
te brengen. Het klinkt in onze oren overdreven, maar de Schouwse onderwijzers geloofden
in de leuze „door volksontwikkeling tot volkswelvaart".
Net zoals vele andere gezelschappen elders was het werk van de Schouwse onderwijzers
vereniging niet groots maar beslist wel nuttig en ook veredelend. Door de opgegeven
werkzaamheden is de Schouwse onderwijzer gaan lezen in Pestalozzi en in geschriften van
vaderlandse pedagogen. Nog belangrijker: hij is zijn eigen werk en zijn eigen klas gaan
observeren. Waarom doe ik het zo en niet anders? Zou het ook anders kunnen? Zou het
andere beter zijn? Op deze manier kwamen Schouwse onderwijzers, die geen kweekschool
opleiding hadden, toch met onderwijsvernieuwingen in aanraking.
Literatuur
J. L Braber en W. P. de Vrieze
L W. de Bree
J. van Det
J. Egmond en K de Poel
L. van Gelder en I. van der Velde
N. F. Noordam
R. Reinsma
C. Wilkeshuis
Schonwens Westhoek, zoals bel was..., Zierikzee, 1971
Het platteland leert lezen en schrijven, Amsterdam, z.j.
Zestig jaar bonds/even. Gedenkboek van de Bond van Nederlandse
Ondenvijzers, deel 1, Amsterdam, 1939.
Penneconste, Groningen, 1966
Kind, school, samenleving Groningen, 1969
Inleiding in de historische pedagogiek, Groningen, 1968
Scholen en schoolmeesters onder Willem 1 en Willem II, Den Haag. z.j.
Daantje zou naar school toe gaan. Honderd jaar „Volksonderwijs",
Utrecht, z.j.
Archief van Onderwijzers Gezelschap Westelijk Schouwen. Het archief is sinds koit
gedeponeerd bij het Streekarchivariaat Schouwen Duiveland en Sint Philipsland.
Met dank aan de heer A. C. de Jonge te Ellemeet, die een begin maakte met de
inventarisatie van dit archief.
112