De drie buizen aan de Vissersdijk van de familie Schot, 1912. Van links naar rechts: Piel Schot B. W.zn. Jacoba
Schot C.J.dochter, C.J. Schot W.Kdochter, Wi/h. Schot (uit Tbolen), Marie Schot W.Kdochter, Geertje Schot
W.Kdochter en C. Schot-Bergers, echtgenote van \V. K Schot.
gevangen werd. Deze visserij heeft zich gehandhaafd tot 1963 toen door de strenge winter
het kreeftenbestand sterk was teruggelopen.
Kreeftenvisserij werd overigens al in de 16de eeuw in de Zeeuwse wateren uitgeoefend. Op
gravures van Philips Galle uit 1582 met allerlei scènes uit de visserij zien we zalm-, mossel-,
kreeften- en krabbenvisserijen, waar duidelijk kreeften op afgebeeld staan! Dit maakt het zeer
waarschijnlijk dat de kreeften tot de inheemse fauna behoren en geen afstammelingen zijn
van ontsnapte kreeften die in de 18de en 19de eeuw uit Noorwegen in Zierikzee zijn
geïmporteerd.
Ook werd vanuit Zierikzee in '1916 door de gebroeders Schot geprobeerd een zogenaamde
weervisserij te beginnen aan het Gouweveer om ansjovis te vangen, maar door het veelal
stormachtige weer werden de fuikvorniig toelopende takkenrijen totaal vernield.
Enkele jaren later verschenen meerdere vissersfamilies in Zierikzee vanuit Zeeuws-
Vlaanderen en Bruinisse om hier de mosselcultuur te beginnen. In tegenstelling tot de
Schotten en de Otte's die protestant waren, waren de Zeeuws-Vlamingen rooms-katholiek.
In de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 werd de Zierikzeese vissersvloot tijdelijk uitgebreid
door de komst van vele Vlaamse vissersfamilies uit Heyst en Zeebrugge. Deze vissers waren
in het begin van de oorlog gevlucht naar Breskens en Vlissingen. Op last van het militair
gezag moesten ze later de Westerschelde verlaten en kwamen toen in Zierikzee wonen.
Van hieruit gingen velen ter visvangst en brachten grote hoeveelheden garnalen, tong, schol
114