De Zierikzeese mosselvloot, ca. 193?
Op de voorgrond rati links naar rechts: ZZ 7 Gebr. J. en W. K. Schot BW.zn.ZZ 6 (Gebr. Kou ijzer) en ZZ 4
Gebr. Blommaert).
Crisis
De cultures deden het op de vele percelen uitstekend met als gevolg dat er vrijwel ieder jaar
overproduktie was.
Dit had tot gevolg dat er onder de kwekers een moordende concurrentie ontstond. Werd in
de tweede helft van de 19de eeuw altijd/2,tot 2,50 per mosselton (100 kg) betaald, nu
kwam het voordat de handelaren te Yerseke en Tholen niet meer betaalden dan/1,— soms
zelfs maar/0,80 per mosselton.
Veelal werd door de kwekers hun produkt zelf naar België gebracht met hun schip.
Antwerpen speelde hierin een voorname rol, maar ook hier kwamen te veel schepen aan de
markt om nog goede prijzen te maken. Door sommige kwekers werden de mossels zelf per
handkar in dorpen en steden van België uitgevent. Alle steden van België werden bezocht:
Brussel, Mechelen, ja zelfs tot Valenciennes in Noord-Frankrijk toe. Een hopeloze toestand,
men was dagen ondeiweg en de prijzen waren zeer slecht. Om deze moordende concurren
tie tegen te gaan werd van overheidswege besloten een zg. crisisorganisatie in het leven te
roepen. Deze organisatie gevestigd in Bergen op Zoom, trad onder de naam „De Centrale"
op 10 december 1934 in werking. Het doel van „De Centrale" was om aanvoerregelend op te
treden d.w.z. iedere kweker om de beurt te laten leveren aan de handel. De prijs was afgezien
van de kwaliteit voor ieder gelijk. Alles werd geregeld vanuit het Aan en Verkoopkantoor te
Bergen op Zoom.
Een zg. Schattingscommissie werd benoemd, waarin kwekers uit verschillende plaatsen
zaten. Deze commissie had tot taak bij alle kwekers de voorraad te schatten, een overigens
zeer moeilijke taak die in de praktijk maar al te vaak faalde. Aan de hand van de geschatte
voorraad werd iedere kweker een zg. standaardcapaciteitscijfer gegeven. Dit systeem kwam
erop neer, dat men nu grote, middel en kleine kwekers geformeerd had. Had men het slecht
118