De naoorlogse periode Direkt na de oorlog kwamen de vissers terug, velen met dusdanig gehavende schepen, dat die voor de opnieuw te beginnen mosselcultuur onbruikbaar waren. Al spoedig werden nieuwere schepen gekocht, meest beurtschepen die omgebouwd werden tot mossel- schepen en voorzien werden van zwaardere motoren. Enkele gingen meteen over op nieuw gebouwde schepen. In de vissersvereniging werd weer druk vergaderd om alles te regelen. Was er in de jaren voor de oorlog een vraag naar mossels van ca. 350.000 mosseltonnen per seizoen in binnen- en buitenland, weldra mede door de betere wegen in Europa- steeg de vraag. Momenteel zijn we zover, dat er per seizoen al een vraag is naar meer dan 1.000.000 Fossielenvisserij in de Oosterscbelde, juni 196/. Hei inhalen van de kor. De gebroeders Jaap en Wim Schot genieten bekendheid door hun tochten voor „Kor en Bot". Fik jaar gaan zij met hun schip, deZZ 8, een dag erop uit om fossielen op te vissen. De prestaties van Jaap auteur van dit artikelen Wim Schot kregen vorige jaar hun bekroning in de toekenning van de penning van de Rijksuniversiteit te Leiden (Redactie). 121

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 125