„Rasekeene-, nu Potterweg". In gewijzigd tracé betreft het nu het noordelijke gedeelte van de huidige Stolpweg. De westelijke begrenzing wordt gevormd door de Frankeweg, een naam die reeds in 1610 genoemd wordt. Ten westen van deze diepliggende weg, die liet tracé volgt van een laag opgeslibde kreekbedding liggen de bevangen 19,20,21 en 22. Het 20 ste bevang „het bevang van Capelles Hofstede" heeft weer een opmerkelijk groot aantal vronen (30%). De veldnaam Het Hoge Blokje kan wijzen op een oude woonterp. In de uiterste noordwest hoek van de polder ligt liet 21 ste bevang, waar reeds in de zeventiende eeuw een hofstede stond, thans nog bekend als de Weydeline. In het zuidelijk hiervan gelegen 22 ste bevang lag de boerderij Schoonverbond. na 1953 herbouwd en nu Bouwmanslust geheten. Het 23 ste t m liet 42 ste bevang liggen alle ten zuidwesten en ten zuiden van het Steenzwaan. In de noordwesthoek van het 23 ste bevang herinnert de weel, thans bekend als De Wolf aan een dijkdoorbraak vanuit de Gouwe. Het bevang ontleent zijn naam aan deze weel: het bevang op Bakkersweel. Ten zuiden van deze doorbraak ligt de boerderij Steenzwaan. De toegang tot het 24 ste bevang is een doodlopende weg, tot 1953 bekend als Dijkema's weegje, en vernoemd naar Marinus Dijkema, die zich hier in 1801 vestigde op de in de negentiende eeuw verdwenen boerderij. Ten zuiden van de Kijfweg (nu Kieweg geheten) liggen de bevangen 27 en 28 en 29. Deze behoren tot het Botlands ambacht. Reeds in 1682 blijken de bevangen 27 en 28 lang daarvoor te zijn samengevoegd. In dit bevang ligt ook de boerderij Botland van de fam. van Westen, begin 1600 eigendom van raadspensionaris Mr. Cornelis Stavenis.se. Ten zuiden van deze drie bevangen ligt de ambachtsscheiding met Kapelle. Deze ambachtsscheiding wordt gevormd door een kreekbedding, de Mannee. Uit de verkave- lingskaart is duidelijk af te leiden, dat deze kreek oorspronkelijk breder geweest is. Rietbe groeiing aan de oevers zal het binnendijkse opslibbingsproces in de loop der eeuwen hebben bevorderd, waardoor aanwassen ontstonden. In 1644 leent Adriaan Wijsse „enige aanwassen nevens zijn weye gelegen op Mannee" van de ambachtsheer van Botland 31 Uit de percelering is duidelijk af te leiden, dat het 30 ste, 31 ste en ten dele ook het 39 ste bevang eveneens binnendijkse aanwassen zijn op de westelijke en zuidelijke oever van het Steenzwaan. Zowel opslibbing door afgevoerd water van aanliggende percelen, als ook een verlaging van het polderpeil door verbeterde waterafvoer zal het in de loop der eeuwen mogelijk gemaakt hebben deze gronden in cultuur te nemen. Daar de bevangen 32 en 33 tot Botland behoren, zal Botland ook recht gehad hebben op de aanwas van bevang 30. Aan de zuidpunt van het 30 ste bevang ligt de Velddam van de Stolpe. Deze afdamming van het Steenzwaan zal ook de aanleiding geweest zijn voor de aanleg van de Nieuwe weg, een naam die reeds in 1610 voorkomt. Direct ten noorden van deze dam lag „Robius Welle, zijnde nu de Stolpe" (omschrijving veldboek 1733)- Aan deze stolpe ontleent de Nieuwerkerkse familie Van de Stolpe haar achternaam ,2). Ten oosten van Spiernagelsweg, de huidige Kapelleweg, liggen de bevangen 32, 33, 34, 35 en 36. In het 33 ste bevang ligt een berg, genaamd „den Gijzelhill"33). Op de zuidelijke grens van het 34 ste bevang is de Papenweel gelegen. Tot 1953 was deze naam bekend voor een verbreding, uitstulping van de watergang de Oude Mannee. Reeds in 1610 wordt deze naam vermeld in de veldboeken. Het 36 ste bevang draagt vanouds de naam De Volger. Volgerland betreft gronden, die niet als hoofdlanct gerekend kunnen worden, zoals slechte of moerassige gronden. Mede gezien de ligging van dit bevang in de nabijheid van het Steenzwaan zal het hier om grond gaan, die van lieverlee is aangegroeid na de bedijking34). In dit bevang ligt een berg genaamd De Eelbijter3S). Voorts vermeldt het veldboek van 1730 binnen dit bevang een stuk land, genaamd „Goepens Capellerie". Het veldboek van 1619 geeft echter de verklaring: „Goe-Piers Capellerie", dus land van de kapel van goede Pieter. Verschrijvingen en verbasteringen door het steeds overnemen van gegevens uit vorige veldboeken komen trouwens regelmatig voor! De doodlopende Paardenweg is de scheiding tussen het 36 ste en het 37 ste bevang. Het 38 ste bevang, genaamd De Waard ligt in de 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 23