loopt eveneens noordelijk tot aan de Heynkeneetschen watergang. De Hogeweg valt binnen dit bevang en kan misschien wijzen op een (binnendijkse?) belading van de oude ban Ouwerkerk. Ten noorden van de boerderij aan de Hogeweg, thans fam. Bi nek is nu nog duidelijk waarneembaar een lichte verhoging in het land, wijzend op een oude woonterp. Op de zuidelijke oever van de Heynkenee geeft het veldnamenonderzoek aan de perceelsnamen Walblok en Walwei. Het 17 de bevang is gelegen bewesten de Molenweg en loopt tot aan de Nieuwe Noorddi jkse weg, een naam die reeds voorkomt in het veldboek van 1550. Ten westen van het 17 de bevang ligt het 18 de bevang, en strekt westelijk tot aan de Gouweveerse dijk. Opmerkelijk is, dat het veldboek van 1550 deze latere binnendijk vermeldt als Boudtdijk. Binnen het 19 de bevang valt het Diepe Gat. De noordelijke begrenzing is de ambachtsscheiding met Kapelle, zijnde de Gatweg. In 1550 wordt deze weg Deze hofstede stond bekend als Het Hooge Huis en lag in het 19de bevang van Ouwerkerk ten westen van de Molenweg. De oostelijke topgevel draagt de jaarankers 1674. In 1730 is de hofstede eigendom van Mej. Eva de Visser, weduwe van Jacob Liere. De foto dateert van omstreeks 1902; bet huis werd toen bewoond door de rustend landbouwer Johannis Romeijn (zittend op de bank met baard). Van links naar rechts: Jacobus RomeijnC. O. zn., Cornells Olivier Romeijn, Cornelia Romeijn-van Nieuwenhuyze, Cornelia Romeijn C. O. d., Krina Romeijn C. O. d., Johannis Romeijn, Jacob Romeijn, Cornelis Romeijn J.zn.,fob Jan Romeijn, Gerard Romeijn (met bolhoed), Ko Stols (met fiets), Jacobus Romeijn J.zn vader van de schrijver van dit artikel) en geheel rechts twee dienstboden. genoemd: Holleesche weg. In de zuidoosthoek van dit bevang stond tot 1953 het Hooge Huis, een voormalige boerderij op een woonterp. Het 20 ste bevang ligt ten zuiden van de Blote weg en loopt oostelijk tot de Breede Ee. Zowel het 19 de als het 20 ste bevang is gedeeltelijk overdekt met overslagzand, afkomstig uit het Diepe Gat. Voor de herverkaveling van 1954 kwamen hier diverse stuifgevoelige percelen voor. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 32