De watermolen, van 1220 tot ongeveer 1350 We zijn intussen wat vooruitgelopen op ons verhaal. Keren we terug naar de situatie kort na de aanleg van de Schouwse ringdijk. Het open zeewater reikte toen tot aan de St. Anthonies- dam en kwam via een brede kreek met aan weerszijden dijken het land en de stad binnen. De zeeschepen konden toen dus tot aan deze dam varen. Hierin moet een getijdemolen, watermolen genoemd, gelegen hebben. De straatnaam Watermolen wijst erop. Dit betekent, dat achter de dam, dus landinwaarts, een molenwater lag, met eromheen natuurlijk dijkjes. Bij vloed stroomde het zeewater via een sluis in dit molenwater. Daarna sloot men de sluis, om Watermolen met houwer in de verdwenen stad Reimerswaal getekend doorJacob van Deventer, ca. 1560 Aan de oostzijde van Reimerswaal loopt de haven in zuidelijke richting en aan het einde daarvan is de watermolen zichtbaar. De stad is aan de rivierzijde versterkt door een stadsmuur en aan de drie landzijden met een aarden wal. Achter de watermolen, maar binnen de stadswal, ligt de houwer of molenwater. Verder zijn op de plattegrond nog de kerk en twee markten te zien. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 42