In 1593 werd tenslotte het plan gemaakt, een rechtstreekse verbinding tot stand te brengen tussen Zierikzee en de Oosterschelde, waardoor toch de haven in het stadscentrum kon blijven, Tussen 1597 en 1599 werd inderdaad dit Nieuwe havenkanaal en de Nieuwe haven gegraven en op 13 maart 1599 officieel in gebruik genomen. Intussen was, zoals we zagen, de geplande grote houwer buiten de noordelijke stadsgracht reeds aangelegd. Deze was door kaden omgeven en stond door twee zijlen (duikers) in open verbinding met de stadsgracht. Om het wegstromen van het vloedwater naar het westelijk deel van de stadsgracht te voorkomen werd iets ten oosten van de Zuidweilepoort een muurtje (beer) in de gracht gebouwd. Deze beer had een scherpe rug met in het midden een klein torentje met spitse punt, dit om een eventuele vijand te verhinderen via deze muur de stad binnen te dringen. Dergelijke beren met torentjes kan men nu nog zien o.a. in Willem stad en Veere. Of bij de Nobelpoort de gracht ook was afgesloten, zoals heden ten dage het Beer met torentje in de stadsgracht van Veere. geval is, is wel waarschijnlijk. Op de kaart van Roman is dit niet goed te zien, De kaart van Verburcht (ca. 1660) geef deze dam echter wel, aan de oostzijde van de Nobelpoort. Op de kaart van Van Deventer uit 1560 staan nog geen van genoeme elementen van het nieuwe spuisysteem afgebeeld. Dit bevestigt dus het tijdstip van aanleg, 1584. Het water kon nu niet meer zijdelings in de grachten uitstromen en werd daardoor hoger opgestuwd. In de Tegenwoordige Staat uit 1751 is deze vernieuwde spui-inrichting van Zierikzee goed beschreven29). 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 50