Het terrein van de houwer is kennelijk lang een wat lager stuk land gebleven. Op de luchtfoto, gemaakt in 1945 tijdens het droogvallen van Schouwen na de inundatie van 1944, zien we hier nl. een lichtere tint. Dit wijst erop dat hier zout water heelt gestaan. De waterpoort, die gebouwd werd in de periode waarin de kreek nog als vaarwater voor de schuiten uit Schouwen gebruikt werd, bleef ook nadien nog een tijd staan. In 1672, toen men alom in den lande de verdedigingswerken naging op hun deugdelijkheid in verband met de inval van Lodewijk de XIV in ons land, werd deze waterpoort afgebroken en de walmuur hier sluitend gemaakt. Wel zal er een duiker in de wal zijn aangebracht, omdat de spuiinrichting met een beperkte spuiboezem, bestaande uit Schuithaven, Zwemhaven en Zoute gracht, in functie bleef. Dit blijkt bv. uit een meningsverschil dat ontstond tussen het gemeentebestuur van Zierikzee en het waterschapsbestuur in de jaren 1848-185431). De gemeente had zonder overleg met het waterschap een verlaagde drempel in de stenen beer bij de Zuidwellepoort gemaakt. Wanneer de inlaatsluis op de Mol, in de notulen Molsluis genoemd, niet tijdig was gesloten en daardoor het peil in de spuikom achter de sluis (dus Schuithaven en Zwemhaven) en in de Zoute gracht te hoog werd en daardoor overlast aan de ingezetenen bezorgde, kon de overmaat water wegstromen over de drempel in de beer naar de westelijke gracht. Het waterschap had daar bezwaar tegen. Het zoute water zou via de opening via de westelijke stadsgracht in het afwateringssysteem van de polder Schouwen komen, waardoor de lande rijen nog meer verzilt zouden worden dan ze al waren. Men kwam tot een compromis: de overlaat in de beer mocht blijven, maar de gemeente verbond zich nooit méér water via de molsluis toe te laten dan tot een peil in de gracht niet hoger dan een handpalm beneden de bovenkant van de drempel. We zagen al eerder dat onze kreek ook wel gebruikt werd voor verversing van de grachten. Op deze wijze werd het rioolwater van de stad geloosd, waardoor in droge perioden, wanneer de waterstand van de grachten erg laag was, stankoverlast ontstond. Dit laatste was bv. het geval in de zomer van 1849. Op 25 juli van dat jaar werd daarom besloten, de doorgang van de westelijke gracht tussen de Zuidwelle- en de Westpoort tijdelijk af te dammen, eveneens de heulen en bruggen in de Brakke gracht naar de stad toe, bv. naar de Kame melksvaart en vervolgens zeewater in te laten via de molsluis. Door het dempen van de Schuithaven en het westelijk deel van de Oude Haven in 1872 kwam tenslotte een definitief einde aan de Zierikzeese spuiinrichting en aan het bestaan van een deel van de uit de Middeleeuwen stammende inbraakkreek. Men kan het ook zo stellen, dat er na de St. Anthoniesdam en de Dam bij de Schuithaven nu nog, meer oostelijk, een derde dam werd gelegd: het Kraanplein, Havenpark, de Mol en Havenplein. Verschillende keren is in onze beschouwingen het woord „mol" gevallen. In de hierboven aangehaalde passages uit de Tegenwoordige Staat wordt met „mol" duidelijk bedoeld de sluis bij de Schuithaven. Dit is echter niet de oorspronkelijke betekenis van dit woord. Een mol is eigenlijk een schip voorzien van een inrichting waarmee men bij lage waterstanden het slik in de haven loskrabde, waardoor het bij het loslaten van het spuiwater beter werd meegevoerd naar de zee. In de stadsadministratie komt het woord „mol" als volgt voor:26)- 1525 en 1545 iemand wordt van Middelburg naar Zierikzee gezonden om de mol te lenen. 1525 de burgemeester van Zierikzee deelt die van Middelburg mee. dat hij een timmerman heeft gevonden die een mol kan maken voor de Middelburgers. 1584 werd door het stadsbestuur van Zierikzee besloten een mol te maken om de haven uit te diepen, „ende een kille (vaargeulin dezelve te brengen, hetzij met een mol hetzij anderszins". In dit jaar werd ook de houwer gegraven. Men was typisch bezig met havenverbeteringswerken. 1605 een dam voor de sluis te leggen om de sluis te kunnen repareren. 1732 besloten werd de mol te doen inspecteren en in hetzelfde jaar de besteding van een dam voor de mol of spuisluis. 1792 de mol te vernieuwen. 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 52