Model van een Zienkzeese krabbelaar of mo/schip. De mol of krabbelaar kon alleen gebruikt worden in havens met een groot getifverschil. Het vloedwater werd opgehouden in een spuikom of houwer. Bij half tij opende men de sluizen. De mol voer dan, bewogen door stroom en wind zeewaarts en al naar gelang van de snelheid werden de verschillende moddetploegen in werking gebracht. Het snel stro mende water nam losgewerkte modder mee naar zee. Alles was er bij dit vaartuig op gericht snelheid te ontwikkelen. Hen scherpe boeg werd gecombineerd met een breed achterschip dat met zijn vangboorden zoveel mogelijk kracht aan het stromend water ontleende. Hel schip voerde tuig en zeilen van een zeeschip om bij gunstige wind daarmee zijn snelheid te vergroten. '1848 in de notulen van het waterschap Schouwen wordt gesproken over molsluis31). 1872 de molsluis zal worden dichtgemaakt en vervangen door een rioolbuis. Een vrije doorstroming van het rioolwater uit de vroegere kreek (Schuilhaven, Zwemhaven) was nu mogelijk omdat het zeewater nu bij het Kraanplein werd gekeerd. We zien dus dat tot en met 1605 met mol nog bedoeld wordt het molschip.In 1605 wordt immers nog het woord sluis gebruikt. Daarna vindt voor sluis de naam mol ingang. In de 19e eeuw komt echter het woord sluis weer terug in de naam molsluis, waarmee zal zijn bedoeld de sluis bij de straat de Mol. Deze straatnaam kan betrekking hebben op de sluis, maar ook op de plaats waar in de Oude Haven het molschip lag afgemeerd. In dit verband is het opmerkelijk, dat op oudere kaarten op de plaats van de huidige straat Mol nog Oude Haven staat aangegeven (zie ook noot 21). De gebouwtjes bij de watermolen en de spuisluis Bij de bestudering van de plattegronden van Zierikzee valt het op, dat op verschillende kaarten juist boven of naast de watermolen en de spuisluis opmerkelijke gebouwtjes staan afgebeeld. Op de kaarten van Blaeu 1645) en Roman 1660) zien we dergelijke huisjes op de St. Anthoniesdam en op de dam bij de Melkmarkt/Mol. Op de riolenkaart (1680) en de plattegronden van Smallegange (1696) en Tirion (1751) en ook op de eerste kadasterkaart (1822) is alleen op de Mol een dergelijk gebouwtje getekend. Het stond op de plek van het achterhuis van de apotheek, die zelf gevestigd is aan de Dam. Het achterhuis heeft echter zijn gevel aan de Mol. Het staat scheef t.o.v. de rooilijn van de huizen aan de Dam, doch ligt wel in de richting van de kreek die vanuit de Oude haven onder het kruispunt Dam-Melkmarkt- Schuithaven-Mol door naar de Schuithaven liep. Er is nu een ijssalon in gevestigd. In de kelder van dit achterhuis bevond zich de sluis19). Men kan zich afvragen waarom juist op deze plaatsen zulke opmerkelijke gebouwtjes 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 53