deze sloop in 1613 plaats vond33). De schuiten konden nu vlak bij het plein voor de St.
Li evenstoren komen.
Het lijkt erop dat fiet stadsbestuur de noodzaak om een nieuwe schuithaven aan te leggen
heeft aangegrepen om het gehele stadsdeel hier te saneren. Na de sloop van het kasteel
werden langs de rand van 's Gravenhof huizen gebouwd. In de naaste omgeving kwamen
markten, zoals de Varre(stieren)markt, de Lammermarkt, de Botermarkt en de Beestenmarkt.
Verschillende straatnamen herinneren nog aan deze marktplaatsen. Klaarblijkelijk waren het
vooral de voortbrengselen van de veeteelt, met de karnemelk voorop, die via de nieuwe vaart
de stad binnen kwamen. Dit moet misschien gezien worden in het licht van de toenemende
verzilting van de polder Schouwen als gevolg van het verloren gaan van de zuidkant van het
eiland. De akkerbouw nam hierdoor in sterke mate af; de veeteelt had minder last van het
brakke grondwater. Via de vroegere Schuithaven bestond de aanvoer vooral uit koren; nu zijn
het in hoofdzaak zuivelproducten. In 1614 werd in Zierikzee een kaasmarkt ingesteld, die zes
keer per jaarwerd gehouden. In 1655 kwam uit Schouwen 1938 pond boter en 164.498 pond
kaas in Zierikzee „ter waage"34).
De naam van het plein voor de St. Lievenstoren, de Balie, houdt ook verband met de veeteelt.
Midden op dit plein staan op de kaart van Roman (1660) hekken, die een ruimte afsluiten
waarin staat vermeld: s Gravenpleyn, nu verremarckt". Op de kaart van Blaeu (1645) staan
deze hekken ook, doch met de aanduiding „Beestemarkt". De put op dit plein kreeg in deze
De Kamemelksvaart in Zierikzee, gezien vanaf het Slingerbos vóór 1919).
Tussen de Kamemelksvaart en de Zoutegracht ivas een doorgang met daarover een heultje, waarvan de
resten vanaf de Laan van St. Hilaire nog steeds te zien zijn. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint
Philipsland).
52