naam, zijn pérsoonlijk devies en de datum van het opschrijven bij zijn teksten. Zijn persoonlijk devies luidde Hout raedt voor daet F.63v; Meijling, p. 194) en hij schreef Een meyiiecleken op 18 april 1636 (F.63r; Meijling, p.193). In de Zeeuwse literatuurgeschiedenis komt dezejacop PierterRontsaetook op een andere plaats voor. P. J. Meertens vermeldt in een voetnoot over de Middelburgse rederijkerskamer HetBloemken Jesse een niet met name genoemd persoon die in 1642 als persoonlijk devies voert: Hout raedt voor daedt. Het devies van de Middelburgse rederijkerskamer was: In minne groeyende (31)- Op grond van deze frappante overeenkomsten in tijd rond 1640), het persoonlijk devies en het devies van de Middelburgse rederijkerskamer kunnen we de onbekende auteur uit 1642 wellicht als Jacop Pierter Rontsaet identificeren en vervolgens vaststellen dat hij lid was van een andere rederijkerskamer dan De Roode Lelije. Zijn betrokkenheid bij het Brouwers- havense gezelschap is nog niet opgehelderd. Brouwershaven in het begin van de 17 de eeuw (kopergravure uit: D. Meisner, Thesaurus philopoliticus, Frankfort, 1625). Streekarchirariaat Schouwen Duit eland en Sint Philipsland, Historisch-tqpografische atlas). De opvoering van het esbaternent Waarschijnlijk is Een esbaternent van een Crijscbman die een buennans paert steelt 31 augustus 1560 op de jaarlijkse paardenmarkt te Brouwershaven opgevoerd. De tekst van het spel bevat een drietal aanwijzingen die deze gedachte mogelijk maken: 1De titel van het esbaternent bevat de zinsnede die een buermanspaert steelt. In de titel wordt meegedeeld dat een paard van een ingezetene gestolen wordt (32). Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de buerman een inwoner van Brouwershaven is. 2. Hei derde bedrijf van het esbaternent speelt zich op een paardenmarkt af (vs. 316b -459). Hier wordt het paard verkocht. Het is aannemelijk dat in dit bedrijf de realiteit van de paardenmarkt overgebracht wordt naar een ro/zee/realiteit. Op deze manier werd aan de inwoners van Brouwershaven enige ontspanning geboden na een naar men mag aannemen - lange marktdag. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 87