3- In vs. 119 worden de twee hoofdpersonen, den Crijschman en den Waert, aangespoord om naar bed te gaanDe clocke is tiene. Dit tijdstip komt overeen met het tijdstip dat in de Voorgeboden (33) genoemd wordt, waarna men zich niet op oneerlijckeplaetsen bij malcanderen (p. 62) mag bevinden. Deze aanwijzingen maken de gedachte aantrekkelijk dat het esbatement voor de jaarlijkse paardenmarkt te Brouwershaven geschreven kan zijn, en - wat net zo aantrekkelijk is - dat het esbatement op die jaarlijkse paardenmarkt opgevoerd is. Het is niet duidelijk aan welk jaar hier gedacht moet worden. Toch kan een veronderstelling geformuleerd worden omtrent het jaar van opvoering. Het privilege dat Brouwershaven het voorrecht geeft die jaarlijkse paardenmarkt te houden, dateert van 30 december 1566. Op grond hiervan komen 31 augustus 1567 en latere jaren als jaar van opvoering in aanmerking. Zeker is dit echter geenszins, want er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat de toekenning van het privilege een formalisatie is van een reeds eerder verworven voorrecht, of van een te Brouwershaven ontstane gewoonte. De vermelding van het voorrecht een jaarlijkse paardenmarkt te mogen houden, is daarmee wel belangrijk om de dag van opvoering te kunnen vaststellen, maar niet om het jaar van opvoeren te kunnen vaststellen. Om dat te doen moeten er twee andere gegevens in onze beschouwingen opgenomen worden. Het eerste komt voor in vs. 294 295. Daar houdt den Crijschman den Waertvoor dat hij door de kerk in de ban gedaan wordt als hij zijn verzet tegen de aanspraken van den Crijschman niet opgeeft. Hij wordt dus met een sanctie bedreigd die slechts van toepassing is op katholieken. Excommunicatie is het ergste dat een katholiek kan overkomen. In het esbatement is het dreigen met deze straf wellicht wat komisch. Het komische effect wordt veroorzaakt door het betrekkelijk geringe vergrijp waarvoor deze straf aangewend wordt. Het gaat om deze tegenstelling, want het Rooms-Katholieke geloof zelf wordt niet belachelijk gemaakt. Daarom kan de genoemde opmerking alleen voor een katholiek publiek lachwekkend geweest zijn. Bovendien is het in een gezelschap van niet-katholieken weinig zinvol te dreigen met een bij uitstek katholieke sanctie. De bewuste opmerking geeft dus aanleiding te veronderstellen dat het esbatement opgevoerd is voor (overwegend) katholieke toeschouwers. Dat moet dan voor 1566 zijn gebeurd. Overigens vindt in dat jaar pas de eerste protestantse prediking op Schouwen Duiveland plaats (34). Een ander gegeven om het jaar van opvoering vast te stellen, wordt ontleend aan de chronologische volgorde van de data in het handschrift. Aan het einde van de eerste twee esbatementen wordt vermeld dat ze in 1559 te Brouwershaven zijn opgevoerd. Het zevende esbatement Een esbatement i>an Bijstier - is op 9 februari 1562 opgevoerd. Deze datum geeft aanleiding te veronderstellen dat De Roode Lelije per jaar tenminste twee opvoeringen kende: 9 februari (de naamdag van de beschermheilige Sint Apollonia) en 31 augustus (de jaarlijkse paardenmarktAls we nu veronderstellen dat de volgorde waarin de esbatementen in het handschrift overgeleverd zijn, de historisch juiste, d.w.z. de onaangetaste volgorde is, dan betekent dat voor de tussenliggende esbatementen dat ze in de jaren 1560 en 1561 opgevoerd zijn. Ons esbatement is het derde in het handschrift en op grond van deze plaats komt het jaar 1560 als jaar van opvoering in aanmerking. Het esbatement lijkt voor de jaarlijkse paardenmarkt geschreven te zijn. Die markt werd elk jaar op 31 augustus gehouden. Het jaar van opvoering kan 1560 geweest zijn. Het is dus mogelijk dat het esbatement 31 augustus 1560 op de jaarlijkse paardenmarkt te Brouwersha ven opgevoerd is. Aan het eind van deze beschouwingen over de opvoering en de plaats en datum ervan moet toegegeven worden dat zij een tamelijk speculatief karakter hebben. Op grond van aanwijzingen in de tekst en de geschiedenis van Brouwershaven is een en ander afgeleid. Doorslaggevende argumenten ten gunste van mijn veronderstellingen zijn er niet. Dat is de zwakte van deze paragraaf. Het veiwijt dat er meer gelezen wordt dan er staat, heeft daarom zeker enige waarde. Daartegenover staat echter dat Brouwershaven die jaarlijkse paarden 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 88