Opmerking Dit artikel is een bewerking van de scriptie die ik ter afsluiting van mijn studie Nederlandse taal-en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht geschreven heb. Bij het schrijven ervan heb ik menigmaal het Streekarchivariaat te Zieriky.ee om nadere inlichtingen gevraagd. Daarom wil ik hier alsnog mijn dank betuigen aan de heren. W. H. Keikes en H. Uil. Noten 1Rechtsregister no. 2 1553 -1557); aangehaald door Meertens, p. 116 en Meijling, p. 11Dit deel wordt op het Rijksarchief van Zeeland te Middelburg bewaard. In de inleiding bij Een Esbatementvan sMenschen Sin en Verganckelijcke Scboonbeii(editie Nederlands Instituut RU Groningen) wordt verondersteld dat De Roode Lelije in 1546 deelgenomen heeft aan een rederijkersfeest te Gouda (p. 15). Wegens gebrek aan nadere documentatie moet deze veronderstelling in het midden gelaten worden. 2. Meertens, p. 116; Meijling, p. 11. 3- H. Lussanet de la Sabloniere: „De kerk van Brouwershaven". In: Bulletin en nieuwsbulletin Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 6e serie jg. 15(1962). p. 129-133- En in: Brouwershaven VOOjaar, Brouwershaven, 1985, p. 27 -48. 4. Van dit esbatement is de zestiende eeuwse titel verloren gegaan. De huidige titel is door H. Meijling bedacht; Meijling, p. Vil. 5. Meertens, p. 117. 6. Het is jammer dat J. A. Jolles niets in zijn boek over Brouwershaven vermeldt. 7. G. J. Steenbergen: Het landjuweel van de rederijkers. Leuven z.j. (1950). p. 23- 8. Deze suggestie dank ik aan H. Uil, streekarchivaris van Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. 9. Meertens, Ree. Meijling, p. 186. Deze Latijnse tekst luidt: citra fideï orthodoxae monumentum vel vite christiane hec coniedia exhibire potest Arnoldus Fabius que est Brouwershaven minister Vermoedelijk betreft het hier Arnoldus Herberts die Brouwershaven in 1581 en 1582 als predikant diende. 10. In het derde kwart van de zestiende eeuw duikt deze man op in de Zeeuwse geschiedenis. Hij is te Brouwershaven geboren en heeft te Leuven in België theologie gestudeerd. Het lijkt erop alsof hij eerst als katholiek geestelijke en daarna als protestants geestelijke gewerkt heeft. 11linger en Westendorp Boerma, p, 30. 12. Unger, Rechtsbronnen. 13- Unger, Rechtsbronnen, p. 40 - 50. 14. Unger, Rechtsbronnen, p. 64 - 67. 15. Te Water, Kort verhaal der reformatie van Zeeland in de zestiende eeuu Verder aangehaald als Te Water. 16. Verseput, Gemeente, p. 38. 17. Te Water, p. 212 - 213. Zie ook noot 9. 18. J. Pot: Het beleg van Zierikzee. Leiden, 1925, p. 7,10,64; Unger en Westendorp Boerma, p. 31; Verseput, Gemeente, p. 38; Te Water, p. 236; Van der Baan, p. 129- 19- Verseput, Gemeente, p. 39 - 40; deze gegevens zijn ook te vinden bij Te Water e n Van der Baan op de aangehaalde plaatsen. 20. Verseput, Gemeente, p. 40; Van der Baan, p. 129 noemt het jaartal 1583. 21. Archief Stad Brouwershaven, inventarisnummer 1. Deze codex is in te zien op het Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en St. Philipsland te Zierikzee. 22. Notulen Staten van Zeeland 1583 1586. 's Gravenhage, 1919. 23- Volgens C. P. Serrure is dit stuk in 1583 te Middelburg gepubliceerd. Het is ook afgedrukt in het Groot Placaetboeck van Hollandt en Zeelandt. Serrure heeft slechts de laatste twee artikelen opgenomen omdat alleen deze twee betrekking hebben op de Zeeuwse rederijkerij. 24. De heer Uil schreef mij (17 aug. 1982) dat hij „geen aanwijzingen gevonden (heeft) omtrent de inhoud van het oudere reglement van de rederijkerskamer". 25. Meijling, p. 11. 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 92