Wie waren er nu lid van het Schöuwse Schoolonderwijzers Gezelschap? Wanneer, waar en hoe werd zo'n vergadering gehouden? In principe konden alle openbare schoolondeiwijzers in Schouwen lid worden. In de praktijk kwam het erop neer dat gedurende de eerste jaren na de oprichting alleen de schoolhoofden van Burgh, Haamstede, Renesse, Noordwelle, Seroos- kerke en Ellemeet lid waren. We dienen goed te beseffen, dat de ondermeesters in die tijd eigenlijk nog nergens bijhoorden. Volgens de toenmalige opvatting waren ze nog in opleiding. De eventuele toelating van ondermeesters tot het gezelschap was nogal een formele aangelegenheid. Bij de eerste kennismaking werden ze nou niet bepaald op hun gemak gesteld. Zo werd Marinus van Gelder, zoon van het schoolhoofd uit Haamstede, pas toegelaten nadat hij door de schoolopziener door middel van taalkundige vragen flink aan de tand was gevoeld. Ook had hij een stukje moeten voorlezen uit „onze fraaje moedertaal". Behalve op de bijeenkomsten van het gezelschap konden de Schouwse schoolmeesters ook op de Oefenschool te Zierikzee hun vakbekwaamheid vergroten. Na 1848 werd daar 's zaterdagsmiddags door hoofdonderwijzers lesgegeven. Op deze manier konden de ondermeesters hun opleiding voltooien. In 1862 bezochten zeventien kwekelingen de Oefenschool. Acht jaar later zijn schoolopziener Andrae, Top en drie leraren van de H.B.S. te Zierikzee aan de opleiding tot onderwijzer verbonden. Een duidelijke aanwijzing dat het niveau van de opleiding verhoogd was. De vergaderingen van het Schouwse Schoolonderwijzers Gezelschap wrerden bij toerbeurt bij de leden thuis gehouden. Ondermeesters die aan de beurt waren maar door gebrek aan passende woonruimte het gezelschap niet thuis konden ontvangen, betaalden aan de penningmeester 25 cent extra. Zoals gezegd de leden van de vereniging woonden bijna allemaal op een ander dorp. Dat betekende in die tijd dat de schoolmeesters naar het naburig dorp liepen waar die dag de vergadering werd gehouden. Men had afgesproken ongeveer één keer per maand op zaterdagmiddag te vergaderen. Maar niet elke zaterdag in de maancl was daarvoor geschikt. De vergadering duurde meestal tot tegen de avond. En de 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1986 | | pagina 98