De maandag Op maandagmorgen kwam het eerbiedwaardige genootschap „Leuterburg" bijeen. Dit was de soos voor de mannen van het dorp samen met de spuliebazen. De dorpspolitiek en andere actuele zaken werden danig over de hekel gehaald. Dit alles onder het genot van vele rondjes. Hierdoor kwamen de soosbezoekers nogal „blieë" aan de middagpot. Dit middagmaal bestond traditie getrouw uit nieuwe aerpels, zoute vis en gele pee-jes. De maandagse mart was vrijwel een zaak voor Reisenaers onder elkaar. De dinsdag Dinsdag was de voornaamste kermisdag. In de middag en vooral 's avonds kwamen er veel, meest jongelui, uit de omliggende plaatsen. Het was op die dag een gezellige drukte die doorging tot in de kleine uurtjes. Van een sluitingsuur had men nog nooit gehoord. Toch lezen we in de notulen van de raadsvergadering van 8 juli 1910 het volgende: De heer Rietdijk klaagt over de laatst plaatsgehouden kermis waarbij èn carroussel en herbergen veel later open waren dan vroeger en zou wenschen dat in den vervolge met de oude gewoonte niet werd gebroken. De voorzitter zegt toe dat in den vervolge met de gegeven wens rekening zal worden gehouden. De woensdag De woensdagavond, de laatste dag en eigenlijk een toegift, werd op de gewone wijze gevierd. Wat later op de avond gingen groepjes jongelui dansend en zingend over de Ring. Zo werd de mart uitgedanst. Versjes zoals b.v. „Waar in bronsgroen eikenhout", „Sarie Marais", „Dat gaat naar Den Bosch toe", „Vooruit Mina, 't is kermis in Breda", „En waarom zouden we treuren" en „We gaan nog niet naar huis" waren erg populair. Deze werden afgewisseld met plaatselijke deuntjes zoals: Leve Jan Zaoiman, leve Ko Ket, d'n ëênen ei un urgel, d'n anderen ei un pet. Olie in loog om zêêpe van te maeken, olie in loog dae maeken m 'n zêêpe van. Hanna was dronkig. Hannd was zat. Ze ao te vee èdronke, duitse kèjdk. Gonne Juun is van d'r eiers of-è-Lööpe, falderal de liere, falderal de ra. De zilvervloot van Piet Hein werd zo vaak gezongen dat men sprak van het Reisterse volkslied. Het reportoir was compleet met het lied: Rond is Dereister, rond is Dereister, Dereister is rond, dje 't niegelööve wil, dan gae je mar us rond. Het einde van de kermis Klokslag twaalf uur was alles afgelopen. De kermisvierders gingen naar huis, namen nog een slaapmutsje en gingen naar bed. De spuliebazen begonnen met het afbreken van hun zaken en maakten zich gereed voor de verhuizing naar de volgende kermis in een ander dorp. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1987 | | pagina 108