Noten
1. Algemeen Rijksarchief Den Haag, Archief van het Algemeen Rijksarchief 1800-1940 nrs. 785-786.
Dr.J. C. Kort maakte mij attent op deze uittreksels. Het R.A Zeeland en het Streekarcbivariaat
Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland beschikken sinds kort over kopieën.
2. G.A Bergen op Zoom, Archief Raad en Rekenkamer nr. 5685.
5G.A Dordrecht, Oud-Archief I nr. 2.
4. Op de studiezaal is een beknopte regesten lijst aanwezig. De brieven ontbreken in de gedrukte regestenlijst
van oorkonden.
5. Behalve de hierna in bijlagen II en UI uit te geven brieven, zijn dit:
Nr. 12. 24 juli 1446: gedeputeerden van Zierikzee, in Den Haag ter dagvaart, schrijven aan Dordrecht over
het ophouden van schepen, geladen met benodigdheden voor de vier nieuwe sluizen op Schouwen.
Nr. 14. 1 april 1451: klacht over de beslaglegging op een schip met hout, bestemd voor de scheepstimmerlie
den te Z.
Nr. 20. 29aug. 1454: pleidooi voor Willem Lauwe Boengiaertsz. uitZ, wiens schip met kalk te D. inbeslagis
genomen.
Nr. 58. 22juni 1476: pleidooi voor Lamme Beuyensz. uitZ, wiens schip eveneens in beslag is genomen. Z.
wijst op het grote belang van haar handel voor de werkgelegenheid in D.
Nr. 41. 11 juni 1477: geschil over de uitleg van oude oorkonden betreffende het stapelrecht.
Nr. 47. 24jan. 14..: pleidooi voor fan Pieter Rengersz. uit Z, aangehouden wegens ontduiking van het
stapelrecht.
Nr. 48. 28juli 1481: Z. verklaart dat haar burger Dirk fansz. aan Pieter fansz. uit Gouda 14 hoed (een
inhoudsmaatEngelse kolen heeft verkocht.
Nr. 50. 9 mei 1485: pleidooi voor bet opheffen van een beslag op tarwe, eigendom van Jacob Willemsz.,
molenaar te Z
Nr. 57. 50 nov. 1489: pleidooi voor Andries Jansz. en Jacob Pietersz, burgers van Z, wier hout in beslag
genomen is.
Nr. 58. 15 dec. 1489: over hetzelfde.
Nr. 64. 16 april 1495: pleidooi voor CornelisJacobsz. „die buedenaireigenaar van een huede klein
vrachtschip) uit Z, van wie bij Streefkerk een schip met koren is aangehouden
Nr. 69- 15 juni 1498: pleidooi voor Dirk KlaasJoostzoon uit Z., wiens schip is aangehouden.
Een aantal van deze brieven zal ik t.z.t. in een bronnenuitgave publiceren.
6.H. Janse, R. Meischke e.a. (red. Keldermans. Een architectonisch netwerk in de Nederlanden
('s-Gravenhage, 1987).
7. Bianca van den Berg „Kerkelijke bouwprojecten van de bouwmeesters uit de Keldermans-familie", in de
bundel Keldermansp. 61-85, i.h.b. p. 65-67.
8. P. D. de Vos, „Een blik op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van Zierikzee". In: Oudheidkundig
Jaarboek/Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond. 5<-' setie l (1921p. 57-82.
J C. Overvoorde, „Korte beschrijving van de monumenten te Zierikzee". In: ibidemp. 85-106, i.h.b. p. 94-95
over de toren.
Th. Haakma Wagenaar, „Het voltooiingsontweip voor de Sint-Lievens Monstertoren te Zierikzee". In:
Bulletin KN O.B 70 (1971p. 51 5 7
A H. H. Bonekamp. „Bronnen voor de bouugeschiedenis van de voormalige Sint-Lievens Monsterkerk te
Zierikzee". In: ibidem p. 5B-45.
Het artikel van J. F. vanAgt, Een centraalbouw naarAkens model in Zierikzee?", in ibidemp. 44 e.v, is
inmiddels volledig achterhaald door H. Halbertsma, „De vermeende centraalbouw der Sint-Lievenskerk te
Zierikzee", in: Kroniek van het land van de zeemeermin IX 1984)p. 59-54
9 Haakma Wagenaar, o.c., p. 51 en 55.
10. De vermelding van de bijzonderheid dat de schouw van vurenbout was, was misschien nodig om
Dordrecht duidelijk te maken om welk schip het ging suggestie van Dr. P. J. Drooglever aan de
auteur).
11. P. H. van de Wall, Handvesten, privilegiën, vrijhedender stad Dordrecht (Dordrecht, 1770-1790) IIIp.
588-592.
12. O.c IIIp 606-612.
11
