De motorreddingboot „Prinses Juliana" bij de werf van G. de Vries Lentsch Jr. te Amsterdam. (Jan Leis, Gedenkschrift ZH.M.R.S. 1824-1924.) Accentverschuivingen Kon de bemanning van Burghsluis zich nog in 1912 en 1913 verdienstelijk maken door het verrichten van uitzonderlijke reddingen (waarvoor de reddingsmedaille van Koningin Emma en een dito van de Franse regering werden ontvangen), in de tussenoorlogse periode wordt dit station als rustig getypeerd. De grote handelsvaart gaat dan steeds meer aan Schouwen voorbij. Wel doet in de jaren dertig een nieuw fenomeen zijn intrede: de pleziervaart. De Daimler-petroleummotor van de „Prinses Juliana" wordt in 1939 vervangen door een Hercules-Dieselmotor met groter vermogen (45 pk) om de boot bij ongunstige weersge steldheid meer snelheid te geven. Snelheid, in verband met de zich afspelende vliegtuigon gevallen tijdens de kort daarop uitgebroken Tweede Wereldoorlog, is zeer nodig. Deze toestand noopte de Maatschappij zelfs tot het aannemen van extra personeel op basis van weekloon; voor Burghsluis zijn dat drie man, uit het losse personeel gekozen. Het onbeschermde zeegat van Brouwershaven wordt nu weer van een reddingboot voorzien door de motorstrandreddingboot van Rozenburg naar Ouddorp te verplaatsen. De hulpverlening geldt door het wegvallen van de normale scheepvaart meest militaire vaar- en vliegtuigen. Nadat in het laatste oorlogsjaar door de Duitsers de „Prinses Juliana" en het boothuis te Burghsluis vernield zijn, besluit men dit station op te heffen in verband met een meer 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1987 | | pagina 28