Aan het einde van het jaar waren 7.876 calicots geweven door ongeveer 155 wevers. De toekomst zag er rooskleurig uit en opnieuw werd voorgesteld de weverij uit te breiden. De ontuikkeling van de katoenweverij in de periode 1840 tot 1856 In februari 1840 kwam de derde uitbreiding van de weverij aan de orde. Nog steeds waren er geen 214 weefgetouwen in werking, dit aantal was volgens het commissielid Le Sage ten Broek nodig om een produktie ter waarde van 150.000,- te bereiken. Opnieuw kocht de gemeente enkele huisjes op om een westelijke vleugel aan de weverij te bouwen. In 1840 werd de westvleugel geopend en er was plaats voor 82 weefgetouwen en op de zolder werden er nog eens 38 neergezet. Het gebouw in de Manhuisstraat was in zeer slechte staat. Het kon niet meer gebruikt worden, tenzij de nodige reparaties werden uitgevoerd. De katoenweverij van de firma Salomonson aan het Kerkhof Zuidzijde, 1838-1856. (Uit de aantekeningen van P. D. de Vos. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1987 | | pagina 52