Kerkmis, kermis en jaarmarkt Van wijdingsfeest tot volksvermaak door P. J. van Langeraad en J. van Loo De kerkmis Wanneer in het grijze verleden in een stad of in een dorp een nieuwe kerk werd gebouwd dan werd deze na het voltooien van de bouw ingewijd. De dag waarop de wijding plaatsvond was meestal de geboortedag van een of andere heilige. De bewuste heilige was dan vanaf het moment van de wijding de beschermer, patroon van de kerk. De wijdingsdag, die dus tevens de naamdag van de patroon was, werd voortaan ieder jaar opnieuw herdacht. De wijding zelf vond plaats met veel pracht en praal en was een feestelijk gebeuren. De latere herinneringsdagen gaven jaarlijks hetzelfde beeld. De kerk en het beeld van de patroon werden versierd, er werd een buitengewone mis opgedragen en er werd een luisterrijke omgang of processie gehouden. Van heinde en ver kwam men op het feestelijk gebeuren af. De geestelijkheid uit de omliggende parochies kreeg een uitnodiging om in de feestvreugde te delen. Zondaars verkregen vermindering of kwijtschelding van hun straf. Voor bezoekers van de kerkmis was het zelfs mogelijk volledig aflaat te verdienen. Het was dus geen wonder dat men in grote getale de festiviteiten bezocht. De vromen gingen ter kerkmis om van hun vroomheid te getuigen, zondaars om aflaat te verwerven en anderen om de pracht en praal te bewonderen. Allen echter om in de algehele feestvreugde te delen. Daar de bezoekers van de kerkmis vaak grote afstanden moesten afleggen en daardoor lange tijd van huis waren moest in de behoefte van eten en drinken worden voorzien. Het gevolg was het verschijnen van handelaren in eet- en drinkwaren. Zij boden hun waren aan in tenten en kramen, welke rond de kerk of zelfs in de kerk werden geplaatst. De jaarmarkt Ook de vrije jaarmarkt was in vele steden een jaarlijks terugkerend evenement. Deze markt had geen binding met de kerk. Toestemming tot het houden van een vrijmarkt werd verleend door de wereldlijke macht en werd door vele steden begeerd en als een voorrecht beschouwd. Als een stad een z.g. marktbrief had verkregen dan mocht iedereen vrij de stad inkomen en zich gedurende de marktdagen in de stad ophouden. Was men b.v. vanwege schulden de stad uitgevlucht of was men uit de stad verbannen, tijdens de vrijmarkt konden deze mensen zonder problemen in de stad verblijven. Alleen rustverstoorders werden buiten de poort gezet. De wetten en reglementen van de gilden verloren gedurende de marktdagen hun kracht, zodat vrije handel mogelijk was. Het laat zich verstaan, dat velen naar de stad trokken om van de voordelen van de markt te profiteren. Ook bij deze gelegenheid verschenen evenals bij de kerkmis de handelaren in eet- en drinkwaren. Naast hen verschenen, tot vermaak van de marktbezoekers, kunstenmakers, muzikanten, waarzeggers, potsenmakers enz. Daar vele marktbezoekers gebukt gingen onder allerlei kwalen deden kwakzalvers op de markt uitstekende zaken. Op elke markt kwam men ook een groot aantal bedelaars tegen. Al deze lieden droegen hun waren en 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1987 | | pagina 95