Op 1 mei 1956 was het zover dat de centrale Bruinisse als eerste op het eiland in dienst werd gesteld als centrale voor lokaal automatisch verkeer. Voor interlokaal verkeer moest worden gewacht tot de centrale in Zierikzee gereed zou zijn. Onder het toeziend oog van vele genodigden stelde burgemeester Michaëlis de centrale in dienst door zijn eigen telefoon nummer te kiezen. Onder de genodigden bevonden zich het gemeentebestuur van Bruinisse, de voltallige directie van het Telefoondistrict Breda, de vertegenwoordiger van de fa. A.T.E. uit Liverpool, mr. Bushby, technici en de beide Bruse telefonistes. In zijn dankwoord sprak burgemeester Michaëlis zijn waardering uit voor het feit dat Bruinisse in het kader van de automatisering niet met andere gemeenten was samenge voegd. Samenvoeging zou in strijd geweest zijn met het specifieke karakter van de Bruuenaers. In de loop van 1957 werden de volgende centrales in dienst gesteld: Burgh-Haamstede op 26 maart; Dreischor op 16 april en Brouwershaven op 30 juli. Met uitzondering van Brouwershaven werden in alle plaatsen waar de automatisering werd afgerond, de nodige officiële en feestelijke bijeenkomsten belegd. Tijdens deze bijeenkom sten werden de telefonistes veelvuldig in het zonnetje gezet. Voorafgaande aan de algehele automatisering van het eiland werden op vrijdag 29 november 1957 in de Concertzaal te Zierikzee een aantal instructiebijeenkomsten voor telefoongebruikers georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten werd het gebruik van de automatische telefoon op aanschouwe lijke wijze aan het publiek getoond. Woensdag 4 december 1957. In de morgenuren werd tijdens een bijeenkomst in 'Concordia' het woord gevoerd door de Directeur Generaal ir. van der Toorn. In zijn toespraak onderschreef hij het belang van de automatisering voor een geïsoleerd gebied als Schouwen-Duiveland. Bij de bouw van de centrale was rekening gehouden met de ervaringen opgedaan tijdens de ramp in 1953- Dit gold ook voor de interlokale verbindingen. Men was thans niet meer alleen op het gebruik van kabels aangewezen, maar een straalzendersysteem zorgde voor een continué verbinding tussen de knooppuntcentrale Zierikzee en de districtscentrale Goes. Om 12.30 uur begaf het gezelschap zich naar het telefoongebouw in de Meelstraat, waar alle voorbereidingen voor de omschakeling getroffen waren. Om precies 1300 uur werd door de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland jhr. mr. A. F. C. de Casembroot door het omzetten van een handle de automatisering in Zierikzee in werking gezet en daarmee van het hele eiland. Gelijktijdig werden de nog resterende centrales Nieuwerkerk, Renesse en Scharendijke in dienst gesteld. Aan de lunch in 'Concordia', volgend op de ingebruikstelling werd het woord gevoerd door de Commissaris van de Koningin. Hij wees erop dat door de automatisering de plattelandse gemoedelijkheid zou verdwijnen. Daar tegenoverstond echter een betere service. Ook sprak hij zijn dank uit aan allen die vaak onder moeilijke omstandigheden voor de bediening van de telefoon hadden zorggedragen. Namens de eilandelijke gemeentebesturen sprak burgemeester Dijckmeester van Zierikzee. Hij vond het verheugend dat het isolement van het eiland minder was geworden. De automatisering gaf volgens hem morele steun aan de pogingen de algehele opheffing van het isolement voortgang te doen vinden. Hij vond het ook een geruststellende gedachte dat men van nu af 'onder vier oren' kon telefoneren. Hij schetste de telefoon als een 'onbescheiden apparaat' en gaf de gebruikers de raad zich altijd, ook bij het gebruik van de telefoon, rekenschap te geven van de medemens. Een voorbehoud dat helaas weinig aan actualiteit heeft ingeboet, aangezien het misbruik van de telefoon een hardnekkig bijverschijnsel van de automatisering is gebleken. De dag van de ingebruikstelling van de automatische centrale werd afgesloten met een feestelijke bijeenkomst voor alle betrokkenen. Rekening houdend met de komende automatisering was men de laatste jaren zorgvuldig te 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 110