Zierikzee. IndienststeUing door de Commissaris van de Koningin Jhr. Mr. A F. C. de Casembroot. Rechts sektorchej D. J. Volmer. Stormachtige ontivikkeling na I960 Het gebruik van de telefoon na de Tweede Wereldoorlog en de watersnoodramp in 1953 tot aan de automatisering was grotendeels beperkt gebleven tot het zakelijk verkeer. Na I960 ontstond een enorme toename in het gebruik, met name in de particuliere sector. Zoals gezegd waren de beschikbare bedrijfsmiddelen gebaseerd op metingen uit de jaren '50. Al spoedig bleek de capaciteit van de centrales en van de verbindingswegen niet meer toereikend te zijn. De ene uitbreiding volgde op de andere, maar men was niet in staat wachtlijsten voor nieuwe aansluitingen en stagnatie in de verkeersafwikkeling te voorko men. Bij de uitbreidingen was men sterk afhankelijk van de beschikbare geldmiddelen en van de leveringstermijnen van de leveranciers. Met name de toename van het internationale toerisme op Schouwen-Duiveland trok een zware wissel op de verkeersafwikkeling. In de zomermaanden bleek de apparatuur van het A.T.E.-systeem erg kwetsbaar en vergde hoge onderhoudskosten. Aan het eind van de jaren '60 werd het steeds moeilijker apparatuur van het A.T.E.-systeem te betrekken. Men was vaak genoodzaakt voor uitbreidingen gebruikte apparatuur van elders te gebruiken. Inmiddels was de fa. Philips met een eigen betrouwbaar telefoonsysteem op de markt gekomen. In de periode 1968-1976 werden 5 van de 7 centrales op het eiland vervangen door het nieuwe Philips-systeem. In de centrales in de Westhoek en in Zierikzee werd het aantal interlokale en internationale verbindingen op het niveau van een middelgrote stad gebracht. Dit betekende een forse investering, die voor het grootste deel van het jaar ongebruikt bleef. Een mijlpaal in de geschiedenis van het Telefoondistrict Breda werd te Zierikzee bereikt. Op 11 januari 1977 kon de 200.000ste telefoonaansluiting in het district in dienst worden gesteld. Deze voor P.T.T. belangrijke abonnee ontving uit handen van de directeur van het 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 112