Voor 42,- sigaren. Een winkelier uit Kapelle liet eens een leren zakje met ƒ42,- in de tram liggen. De chef stuurde het zakje naar gevonden voorwerpen in Rotterdam. Naderhand belde hij een paar keer op om te vragen of die winkelier zijn geld al had opgehaald. Nee, het geld was er nog. De chef dacht er zo het zijne van. „Ze hebben op het hoofdkantooreen goeie sigaar gerookt van die 42,-, "zei hij. „Zou jedenken, chef?" De chef twijfelde er niet aan. Hij belde niet meer op. Verdacht van fraude ad 0,80. In juli 1933 was er een feestje geweest op Renesse. De wouw van een orgelman uit Zierikzee nam een enkeltje Renesse-Zierikzee, 2e klas. Dat was in die tijd80 cent. Tussen Noordgouwe en Zierikzee werd ze gecontroleerd. Ze zei tegen Verstelle dat ik haar geen kaartje had gegeven. Verstelle verdacht mij meteen van fraude. Ik kookte zo'n beetje en dacht: „Dat rotwijf en die rotvent.Drie dagen later liet Verstelle weten dat de orgelwouw het kaartje had gevonden in de punt van haar zak. Over Dreischor. Collega Peute was iemand die het niet zo nauw nam en overal om lachte. Op een dag kwam hij een kwartier te laat in Zierikzee. Verstelle naar hem toe: „Waar kom jij nou vandaan?" Peute zei dat hij over Dreischor was gekomen en dat daar geen lijn lag. Voor dat antwoord kreeg hij 0,50 boete. Naar de Nieuwstad. In 1937 kochten we voor/2000,- een nieuwe woning in de Nieuwstad. Het huisje in de Poortdijkstraat verkochten we voor 1200,-. We kregen de beschikking over een kamer, een slaapkamer beneden, een keuken met gootsteen, een bijkeuken, een trek-W.C., een halletje, een ruime zolder met beschoten dak en een stenen schuur. Voor hadden we een tuintje en achter een bleek. Het huis in de Nieuwstad (Collectie J. Meerman, Roosendaal). Rechtsomkeert. Op 14 mei 1940 moesten Piet van de Velde, Johan en ik met een lokomotief naar Zijpe: we werden geacht daar de wagons weg te halen. In Annajacobapolder waren al Duitsers en op een hofstede in de polder Bruinisse stonden 70 a 80 Hollandse militairen te schuilen voor de Duitse vliegtuigen. Ik zei: „Stop eens, Van de Velde. Als Verstelle die wagons wil hebben, haalt hij ze zelf maar. We gaan terug naar Brouwershaven." In Zierikzee gaf ik tekst en uitleg aan Verstelle. Hij bracht er niets tegen in. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 124