Uitgerangeerd. Na de oorlog waren direkteur Kuiper en baas Freeke van de werkplaats
uitgerangeerd bij de R.T.M. Kuiper had geheuld met de Duitsers en Freeke had een vat olie
verkocht van de tram, zei men. Ook Verstelle kwam niet meer teaig.
ConducteurJohannisMeerman en machinist Kees van Luijk, 1951 (Collectie J. Meerman, Roosendaal).
De Ramp. Op 31 januari 1953 begon het vreselijk hard te waaien, 's Nachts werden we
gewekt door iemand die op een trompet liep te blazen. Tegen de stoep stond water en
binnen de kortste keren hadden we meer dan een meter water in de kamer en de slaapkamer.
We gingen maar vlug naar boven, 's Morgens zagen we de ravage op de haven: de scheve
stoepen, de ingedrukte ruiten, de versplinterde vloedplanken. Eén huis was helemaal weg,
net het fondament stond er nog. De remise had niet in het water gestaan. „Morgen rijdt de
tram weer," zei een collega, maar hij vergiste zich: de tram heeft nooit meer gereden.
De evacuatie. We besloten te evacueren. Want wat moesten we in die troep? Ik bracht de
vloerbedekking aan de straat, zette de ramen op een kier en spijkerde een lat over de
blinden. Op 4 februari vertrokken we naar Dordrecht en vandaar naar Maartensdijk in de
provincie Utrecht. In die gemeente werden we gastvrij ontvangen door de familie
Hazelhorst.
Schoonmaken. Na een paar weken mochten we naar Brouwershaven om de boel schoon te
maken. Ik ging alleen, want de vrouw was niet zooals ze wezen moest. In Brouw begon ik te
schrobben met water uit een noodkraan. Ik werkte drie dagen flink door en toen was alles
schoon: de kamer, de slaapkamer, het halletje, de keuken, de bijkeuken en het schuurtje.
126