Waarschuwing van de burgemeester van Brouwershaven op een schoolbord (Streekarchivariaat Schouwen- Duiveland en Sint Philipsland). Helemaal niet goed. Terug in Maartensdijk bleek dat de vrouw helemaal niet goed was. Een dag of tien later kwam er een briefvan de R.T.M.ik moest conducteur worden op de Flandria, een bootje dat voer tussen Zierikzee en Burghsluis. Dus gingen we naar huis. En de vrouw werd zieker. Ze werd onderzocht in de Corneliastichting te Zierikzee, opgenomen en geopereerd. Helaas: ook na de operatie verachterde ze gestadig. Ik mocht elk uur van de dag bij haar op bezoek. Door weer en wind. Het waaide die avond zo hard dat de kapitein van de Flandria niet terug durfde naar Zierikzee: hij bleef op Burghsluis met zijn bootje. Maar ik wilde op ziekenbezoek in Zierikzee. En ik ging ook op ziekenbezoek in Zierikzee: ik kon meevaren met een bootje van de zeepolitie. De vrouw had niet op me gerekend met dat weer. „Maar het is goed, hoor, zei ze, „ik ben toch blij. Het einde. Op 11 juli was ze veel minder. Johan kwam over, en ook zuster Lee. Johan heeft jammer genoeg niets meer aan zijn moeder gehad: ze lag in coma op 't laatst. Pietemellavan der Weijde overleed op 12 juli 1953, om vier uur 's morgens. Vier dagen later werd ze begraven in het Slingerbos te Brouwershaven: het kerkhof stond nog onderwater. Ik zat in de ellende, maar het geval lag er. Ontslag. In 1955 was ik sjouwerman aan de R.T.M.-. ik droeg stukgoed voor 39,40 per week. De chef, die een hekel aan mij had, vond dat ik niet hard genoeg liep. Direkteur Van Zuylen vroeg nog of ik conducteur wilde worden op de lijn Numansdorphaven-Rotterdam, maar daar had ik geen zin in. Ik nam ontslag. In de grond. Bij aannemer Geluk werd ik grondwerker aan de dijken. Ik had ƒ80,- schoon in 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 129