in de onder het stuifzand liggende klei. Van de acht niet verteerde palen waren er zeven van els (Alnussp.) en één van iep (CJlmus sp).9) De dikte van de palen bedroeg ca. 15 cm, ze waren tweezijdig bekapt. Aan de noordzijde „ontbrak een vijftal paalgaten. Gaan we er vanuit dat de wal rondom een ononderbroken palissade heeft gehad, dan zouden daar ruim 1300 palen voor benodigd zijn geweest. Twee palen zijn onderworpen aan een Cl4-bepaling.10) Aangezien het gehalte aan radio-aktieve koolstof in het verleden niet konstant is geweest, moeten de uitkomsten in jaren „BP" („Before Present" voor 1950) omgerekend worden in „zonnejaren". Afb. 7 Benen schaats gevonden in de grachtvulling. Een ijking uitgevoerd met behulp van het door het Centrum voor Isotopen Onderzoek in Groningen onlangs ontwoipen geautomatiseerd ijkingsprogramma leverde twee grafieken op zoals weergegeven in afb. 8.11) Uit de rechter grafiek blijkt dat de grootste kans aanwezig is op een ouderdom van de palen in de tweede helft van de 9de eeuw. Een datering in de eerste helft van de 9de en de eerste helft van de 10de eeuw kan niet geheel worden uitgesloten. Afb. 8 IJkingsgrafiek van de gemiddelde C 14 -datering 1753 21 BP) uitgevoerd door het Centrum voor Isotopen Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen o.Lv. dr. ir. J. v. d. Plicht. Voor verklaring zie noot 11. Tekening H. de Kort, ROB Amersfoort. Besluit Bij het archeologisch onderzoek in 1987 op de burcht van Burgh-Haamstede kon worden vastgesteld dat de wal van de vroegmiddeleeuwse burcht een breedte heeft gehad van 4 tot 5 meter, opgebouwd was uit plaggen en voorzien was van een enkelvoudige houten palissade. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 12