De constaictiefase dateert naar waarschijnlijkheid uit de tweede helft van de 9de eeuw. Met
deze laatste constatering komen we dan weer terug op het in de inleiding gestelde. Het is nu
dus vrij zeker geworden dat (in ieder geval) Burgh in dezelfde tijd is opgericht als de Vlaamse
versterkingen waarover gesproken wordt in de genoemde historische bron van 891- De
aanvang van de bezetting en/of bewoning van de burcht aan de hand van het gevonden
aardewerk is volgens Braat eveneens te dateren vanaf de tweede helft van de 9de eeuw.12)
Ook hernieuwde bestudering van het materiaal bevestigt deze begin
datum.13) Vooralsnog lijkt het daarom het meest aannemelijk dat de Zeeuwse burchten
zijn aangelegd tégen het Noormannen-gevaar.14)
Aangezien de bewoning van de burchten doorloopt tot in de 10de en 11de eeuw, zou de
geometrische aanleg van Oost-Souburg verklaard kunnen worden door vanuit Denemarken
afkomstige invloeden op de 'burchtenarchitektuur' omstreeks het jaar 1000. Het omwal
de terrein heeft in die tijd dan al zijn primaire functie als vluchtburcht verloren en was gezien
de opgravingsresultaten in Oost-Souburg een gewilde huisvestingsplaats geworden in
een steeds natter wordende omgeving onder invloed van de Duinkerke Illa-transgressie-
fase.,5)
Afb.9
Kadastraal overzicht van het burchtterrein met de opgravingsputten uit 1944 (legenda-eenheid 1
1977 (2) en 1987 (3)- Tekening H. de Kort, ROB Amersfoort.
11