N.H.P. f.1 So VvK/y/yv<j\/ TV ObaeJsiAcJdte (jroruL l(lci (ji+neMZjds fritt zulauL ve&H. (2m. TZufdnJjL(jrohA. ventte- k/eZ trutS tMJceXjL. xZe.tsteMUjzL} /y W. CM. -L&J2A, lli&Acu.- ajiMxlt XAMAQA^ EcmxjLz Iro NAT +1.10 +oSo _o3o lo 1.10 -i .30 -(/So _f-00 ZZZZ////// V V/ v/ O v V e o <J <J v \S d J J V V V V V/ v v JwWt^T-Oh-ct ■v opjCA/oe^-oi V AxrZt TMMZAS tn£sit^jX.Oh.cL klei J i/eeM.b lokjes j Idti ou.de blouAute TJieJdes. torule A. Q, Bootprofielen omgeving Balie, Zierikzee. a. Een boring onder de St. Lievens Monstertoren door bet Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening mei 1927. b. Een proef opgraving op de Balie door de Provinciaal Archeoloog van Zeeland ir. f. A Trimpe Burger), aug. 1963. 1151 „een kapel gestigt (werd) en aan St. Lieven toegewydt", ter plaatse waar naderhand, dus in 1479, de gothische kerk gebouwd werd.14) 1156 In dit jaar worden zowel de St. Lievenskerk als de plaatsnaam Zierikzee voor het eerst genoemd. Voor Zierikzee gebeurt dit in de ondertekening van een acte met de naam Everdy de Siricasha, blijkbaar een gazant van de stad.15) 1157-1190 Dit is de regeringsperiode van graaf Floris III. Reygersberch schrijft hierover: „Bi dese Floris tijden werden Middelburg ende Zierincze seergroeyende ende opkomende van volke, huyse ende andere timmeraigen".2) 1205 Beleg van de stad door de Vlamingen. 1210 Zierikzee wordt opnieuw genoemd, nu bij de ondertekening van een vanuit Zierikzee door de graaf uitgevaardigde oorkonde. Dit is de eerste van een reeks vanuit de stad uitgevaardigde oorkonden.15) 1217 of 1219-1222 In één van deze jaren verkreeg Zierikzee zijn stadsrechten van de graaf.16) 1220 De grafelijke watermolen wordt voor het eerst genoemd met in de ondertekening „Syricsseporth".4) 1248 De stadsrechten werden vernieuwd en uitgebreid door graaf Willem II. Een gezegeld afschrift van deze keur is in Zierikzee bewaard gebleven.3) 1250-1290 Verschillende belangrijke openbare gebouwen worden voor het eerst genoemd, o.a. het Vleeshuis (nu Stadhuis), het oudste Gasthuis, Lakenhal, het Bagijnenhof en de kloosters van de Predikheren en de Minderbroeders. 17> 18> 19>20) 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 19