Het lichtschip SCHOllWENBANK 1881 1934. Opn. 1930. (Foto F.dB., colL Huis zodanig dat ze boven de kim opdoemend, op grote afstand onderling verkenbaar zijn en de vormen van de vuurtoren met landmerken op de kaarten te doen plaatsen". Dergelijke schermen van velerlei vormen waren al op verscheidene vuurtorens aangebracht, ook op de houten toren van Renesse en aan de stenen van Den Haard. Aan de toren van Haamstede zijn deze bij mijn weten nooit geplaatst. Wel werden in 1923 aan deze toren ijzeren vogelrusthekken aangebracht, wat 850,00 kostte, omdat men sinds 1909 daarmee op de Brandaris blijkbaar zulke goede resultaten had. Evenals op Terschelling gebeurde, bracht daarop het personeel van de toren op West-Schouwen hierover tweemaal per jaar rapport uit en ook deze verslagen waren er vol lof over. Maar het waren vrijwel uitsluitend de spreeuwen die van deze rekken gebruik maakten. Zo vermeldt het verslag dat in de nacht van 3 op 4 april 1937 in de omgeving van de vuurtoren dikke boomtakken afbraken door de overbelasting met spreeuwen toen daarvoor geen plaats meer was op de rekken. Zelfs de windwijzer had het onder de last van de spreeuwen begeven. Maar voor andere trekvogels bleef de vuurtoren bij bepaalde weersomstandigheden een gevaarlijk obstakel en ieder jaar vlogen er zich, alleen al in Nederland, enkele duizenden te pletter. „Vogelbescherming" begon daarom in 1924 al op de Brandaris met proeven om de donkere gedeelten der toren boven en onder de lantaarn te verlichten en deze beschermingslampen bleken zo goed te voldoen dat het aantal slachtoffers tot 10 a 20% werd teruggebracht. Ook op verschillende andere vuurtorens werden deze lampen reeds voor de Tweede Wereldoorlog geïnstalleerd maar het duurde nog tot 1953 voor deze lampen ook op die te Haamstede werden aangebracht, terwijl toen gelijk de versleten vogelrekken werden verwijderd. Deze beschermingslampen worden door het personeel alleen ontstoken bij sterke vogeltrek en ongunstige weersomstandigheden. „Daarmee is weer een gevaarlijk punt op de lange trekweg onzer vogels verdwenen", constateerde de Nederlandse Ver. tot Bescherming van Vogels met voldoening.12) 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 54