t Dr. F. Keller (1794-1873)- (Collectie Jbr. Schor er, Wassenaar) verschillende plaatsen grond. Al deze aktiviteiten zullen hem geen windeieren hebben gelegd. Daar komt bij dat hij een huwelijk sloot met de rijke Helena Voordendag. Het hoge bedrag dat Keller in de onderneming wilde steken is een afspiegeling van de ongekende bloei die de firma omstreeks 1857 doormaakte en van de uitstekende vooruitzichten die men blijkbaar had. In deze jaren wist Nederland definitief de zeer grote en belangrijke Engelse markt op de Fransen te veroveren. In eerste instantie werden de verwachtingen dan ook bewaarheid. De vette jaren bleven komen. Tot 1861 verkeerde de fabriek in grote bloei. In de periode 1861-1865 werd dit anders. Door het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog stokte de katoenaanvoer naar Europa en stonden vele ververijen en katoendrukkerijen stil. De vraag naar garancine daalde dramatisch. De Zierikzeese garancine- fabriek staakte vanwege gebrek aan afeet vanaf begin 1863 gedurende twee jaar de produktie. De meeste andere Nederlandse garancinefabrieken trof hetzelfde lot. De firma Ochtman, Van der Vliet en Comp. kreeg in deze jaren echter ook nog een andere grote klap te verwerken: de dood van Ochtman op 29 december 1863- Dit betekende het verlies van de man die toch beschouwd moet worden als de grote drijvende kracht achter de oprichting en sterke groei van de fabriek in de jaren vijftig. In de opvolging van Ochtman was al wel voorzien doordat Ochtman zijn oudste zoon Willem Adriaan (1853-1894), zoals gebruikelijk was, reeds op jonge leeftijd in het bedrijf had geïntroduceerd. Willem Adriaan was bij het overlijden van zijn vader echter nog minderjarig. Om de toekomst van haar zoon veilig te stellen trad daarom zijn moeder op 22 juni 1865 tot de vennootschap toe. Het maatschappelijk kapitaal werd op dat moment geschat op 169.505 gulden. De gevolgen van de „katoencrisis" blijken hier duidelijk uit: een waardeverminde ring namelijk van ruim 100.000 gulden ten opzichte van 1857. Al snel moest de fabriek een nieuw verlies incasseren: Van der Vliet stierf in 1866. Hierdoor was de fabriek in relatief korte tijd zowel van haar technische als van haar commerciële leiding beroofd. Voor de opvolging van Van der Vliet waren zijn zoons om ons onbekende reden niet beschikbaar. In de jaren 1865 en 1866 was ondertussen de produktie weer op gang gekomen. De internationale handel trok weer aan en het incidentele karakter van de Amerikaanse Burgeroorlog deed vermoeden dat de bloeitijden van de jaren vijftig weer zouden terug komen. Toch moet de voorbije crisis de vennoten aan het denken hebben gezet. Na het aflopen van het firmacontract uit 1857, dat in een levensduur van bijna 10 jaren had voorzien, 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1988 | | pagina 73