De komst en ontwikkeling van de telegraaf en
TELEFOON OP SCHOUWEN-DUIVELAND
Door Joop van Loo
Inleiding
Dit artikel vormt een verslag van een onderzoek naar de geschiedenis van de telecommuni
catie op Schouwen-Duiveland. Reden van dit onderzoek is de nauwe betrokkenheid bij de
telecommunicatie en de interesse in de streekhistorie van Schouwen-Duiveland.
Een obstakel in het onderzoek vormde het feit dat in 1944 de archieven van het voormalige
Ingenieursdistrict Vlissingen en het Telefoondistrict Breda verloren zijn gegaan. Met behulp
van andere bronnen en een aantal interviews met oud-medewerkers van P.T.T. is toch een
stukje telecommunicatiegeschieclenis aan het licht gekomen.
Een drietal vormen van telecommunicatie zal worden behandeld: de optische telegraaf, de
elektromagnetische telegraaf en de telefoon.
Telecommunicatie door de eeuwen heen
Hoewel we het begrip telecommunicatie gewoonlijk associëren met begrippen als telegraaf,
telefoon of satelliet, betekent telecommunicatie niets anders dan het overbrengen van
boodschappen over lange afstand.
Reeds uit de oudheid zijn diverse vormen van telecommunicatie bekend zoals ijlboden,
postdiensten, postduif en systemen met licht-, rook- en vuursignalen. In de tijd van het
Hellenisme bestond reeds een vorm van telegrafie, ontwikkeld door de Alexandrijnse
ingenieurs Kleoxenos en Demokleitos.
Waren het tot het eind van de Middeleeuwen alleenheersers, machthebbers en oorlogvoe
renden die gebruik maakten van deze middelen, vanaf dat moment had ook de burgerij (de
„derde stand") behoefte aan snelle berichtgeving. Men zocht voortdurend naar snellere
vormen van telecommunicatie.
De revolutionaire ontdekkingen op natuurkundig gebied in de 19e eeuw zorgden voor een
doorbraak. Samuel F. B. Morse 1791 -1872) ontwikkelde in 1836 een telegraaf, waarmee men
in staat was met een onvoorstelbaar grote snelheid elektrische signalen over te seinen. In
1835 kon men met een telegraaftoestel, ontwikkeld door David E. Hughes (1831-1900) aan
de ontvangstzijde een bericht in gedrukt schrift aflezen. Jean Baudot (1845-1903)
construeerde een toestel met dubbel transmissie. Hij paste evenals de beide Alexandrijnse
ingenieurs 20 eeuwen eerder een vijf-eenheden-code toe.
Het was de Hollandsche IJzeren Spoorweg Mij. die in 1845 als eerste in Nederland de
elektromagnetische telegraaf toepaste.
De volgende stap in deze technologische ontwikkeling was het overbrengen langs
elektrische weg van het gesproken woord. De naam van de Schots-Amerikaanse natuurkun
dige Alexander Graham Bell (1847-1922), werkzaam als hoogleraar in de physiologie der
spraakorganen te Boston, zal altijd met het fenomeen telefoon verbonden blijven.
Ing. J. H. Schuilinga schreef in 1981 in 'Honderd jaar telefoon' het volgende: „Morse opende
het tijdperk der telecommunicatie in practisch opzicht. Het getij was gunstig, want het was
een periode waarin opzienbarende dingen gebeurden. Naast het in cultuur brengen van
landstreken kwamen spoorwegen, stoomvaart en zware industrie, handel en bankwezen met
grote snelheid tot ontplooiing. Hierdoor gedijde het nieuwe, snelle verkeersmiddel
bijzonder goed."
79