decors en van echte natuurwaarden is geen sprake meer. De versnippering van het duingebied is nog vergroot door de stichting van een aantal kampeerterreinen tussen Renesse en Nieuw-Haamstede, waarbij enkele oude duinboerderijtjes als aanzet dienden. Hierdoor is de verbinding tussen binnen- en buitenduinen langzamerhand gereduceerd tot een smalle corridor. Door al deze uitstulpingen van recreatiecomple xen in het duingebied is de grenslengte tussen natuur en recreatie zeer groot, wat leidt tot een groot areaal aan verstoorde zones. Het aantal strandontsluitingen dwars door de duinen is uiteraard ook fors toegenomen. De boomgaarden langs de Hogezoom en de Vertonsweg, aangelegd op de plaatsen van vroegere elzenmeten, waren ondanks de verbeterde ontwatering niet meer rendabel te exploiteren en werden veelal omgezet in caravanterreinen. Voor zover ze gewoon aan hun lot werden overgelaten, begonnen ze te verwilderen. Enkele percelen gaan nu weer op een duinbos lijken en vormen prachtige vogelgebiedjes. Inmiddels is het grote belang van de natuur van de Schouwse duinen, die wel de mooiste van het Deltagebied genoemd mogen worden, in brede kring erkend. De bescherming van de nog aanwezige natuurwaarden krijgt langzamerhand gestalte. In 1978 werd de Kop van Schouwen aangewezen tot beschermd natuurmonument in het kader van de Natuurbeschermingswet. Dit betekent onder meer dat alle handelingen die de natuurwaarde kunnen aantasten, vergunningsplichtig zijn geworden en dat beheersplannen kunnen worden opgesteld. Deze bescherming geldt overigens alleen voor de in het besluit met name genoemde percelen en dat houdt in, dat de grens tussen beschermd en niet beschermd gebied nu heel scherp getrokken is. Een ander belangrijk wapenfeit is de aankoop van het Slotbos te Haamstede en het Zeepe door de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland. Zandwinning bij het Slotbos van Haamstede (ca. 1910). Vanaf Paesenhil zien we Paul Evertse met een Schouwse wagen om een vracht zand gaan. uit: Zeeland in Beeld) 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 106