in Noordwelle. Zo nam men het initiatief om met een bord bezoekers van Noordwelle attent te maken op het aantrekkelijke wonen in Noordwelle Ook worden contacten onderhouden met de gemeente en Beter Wonen over nieuwbouw (zoals het uitbreidingsplan Hoefijzer). Al zijn er dan voorzieningen uit Noordwelle verdwenen (zoals een café), „de school is er gelukkig nog". En dat is in de geschiedenis van Noordwelle wel eens anders geweest: voor de Tweede Wereldoorlog is er een aantal jaren geen lagere school op Noordwelle geweest. Selectieve bevolkingsontwikkeling en lokaal bewustzijn De dorpen op Schouwen-Duiveland hebben een ingrijpend veranderingsproces ondergaan dat nog niet ten einde is. De voortgaande ontsluiting van de regio is daarvan slechts één aspect. Belangrijker is wellicht dat door de toenemende welvaart en door technologische ontwikkelingen een (steeds) ruimer gebied dan het eigen dorp deel is geworden van het leefmilieu van dorpsbewoners. Ruim vijftig jaar geleden gingen scholieren uit de Westhoek al met de tram naai' Zierikzee en kwamen dorpelingen op marktdagen in Zierikzee (en in Rotterdam, al was dat ver). Maar afgezien van dergelijke betrekkelijk weinig voorkomende uitstapjes vormden de dorpen het ruimtelijk kader voor het leven van alledag van vrijwel al hun ingezetenen. Daarbinnen werd gewoond en gewerkt en voor zover de tijd het toeliet gerecreëerd. Het tijdspad van bewoners voor hun dagelijkse activiteiten, maar ook vaak hun leefpad - de plaatsen waar zij hun verschillende levensfasen doorbrachten - lagen binnen de grenzen van de lokale samenleving. Dorpen waren werelden op zichzelf, waren de woonplaats voor zowel patroon als knecht, voor arm en rijk, voor jong en oud. Kenmerkend voor de traditionele dorpssamenleving was het voorkomen van "dorpsbinding"; een emotionele verbon denheid met de plaatselijke samenleving, hetgeen met zich meebracht dat men zich met deze samenleving identificeerde: men voelde zich voor alles dorpsbewoner. Deze situatie is in grote lijnen verladen tijd. Dorpen hebben zich onder invloed van ontwikkelingen als schaalvergroting ontwikkeld tot woonkernen met een eigen karakter: een woonomgeving met kenmerkende voor- en nadelen en een daarbij passende bevolking. In het levenspad van huishoudens zal een kleine kern steeds vaker een tijdelijke rol spelen, steeds minder een rol voor het leven. Ook op het platteland zullen nederzettingen daardoor steeds meer een eigen bevolkingsprofiel ontwikkelen. Van "dorpsbinding" zal in zon situatie steeds minder sprake zijn. Toch voelen veel dorpsbewoners de behoefte zich als dorp te onderscheiden, tegen allerlei nivellerings verschijnselen in. Groot (1989) spreekt in dit verband over "lokaal bewustzijn". Lokaal bewustzijn kan ondermeer blijken uit het organiseren van financiële steun voor het kerkorgel (Kerkwerve), het organiseren van een plaatselijk blad (zoals de Noorder- nieuwswelle) en het lid zijn van een vereniging voor de bestudering van de lokale en regionale geschiedenis (zoals "Stad en Lande van Schouwen-Duiveland"). Dit lokaal bewustzijn hoeft echter niet meer gebonden te zijn aan het plaatselijk geboren en getogen (autochtoon) zijn. Dat een selectieve bevolkingsontwikkeling van nederzettingen op Schouwen- Duiveland zich feitelijk voordoet is moeilijk aan te tonen. Daarvoor ontbreken de gegevens. Sinds de volkstelling van 1971 is het niet meer mogelijk de bevolkingssamen stelling van dorpen in Nederland te beschrijven. Gegevens m.b.t. de bevolkingssamen stelling en m.b.t. migratie zijn voor kernen slechts incidenteel beschikbaar. Een bron die voor een groot aantal jaren beschikbaar is en indirect iets zegt over de bevolkingssamen stelling van kernen zijn verkiezingsuitslagen. Ostendorf (1987) heeft met gebruikma king van verkiezingsuitslagen per gemeente reeds aangetoond dat zich in Nederland 124

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 126