5. Bêênekluuver (J. G. Jonker) uit Brou en Wullum (W. van Gilst) uit Bru. Zie overigens de publikaties van
A. de Vin in de Ki'oniek.
6. Memorie van Antwoord Minister van Binnelandse Zaken no. 7, p. 2.
7. Op 2 januari besloot de raad de gemeentesecretarie voorlopig in het oude gemeentehuis van Kerkwerve
onder te brengen. Op 7 januari kwam de raad hierop terug en werd de voorlopige secretarie in
Scharendijke gevestigd (Kooning, 1983).
8. Zie de resultaten van een onderzoek in de Bevelanden waaruit, het belang van de aanwezigheid van
voorzieningen in kleine kernen voor ouderen blijkt (Thissen, 1989). Ook van de buurtbus op
Schouwen-Duiveland wordt vooral door de ouderen in de dotpen gebruikgemaakt (informatie Mw. Kuin-
de Haan, Ouwerkerk).
9. Ter voorbereiding van dit artikel werden een aantal gesprekken gevoerd met leden van dorpsraden of
plaatselijke verenigingen dorpsbelang: Sirjansland, Noordgouwe, Ellemeet en Noordwelle.
10. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn samengevat in Thissen (1984). De diverse scripties zijn
allen in de literatuurlijst vermeld.
11. Dit blijkt uit onderzoek in 1981 uitgevoerd in Kerkwerve en Ellemeet. De winkel van Jonker in Kerkwerve
werd vooral bezocht om zakelijke redenen (gemak, goedkoop e,d.). "Steun aan de dorpswinkel" speelde
voor een kwart van de bewoners een rol. Voor 10 procent van de dorpsbewoners was het ontmoeten van
andere mensen een reden om bij Jonker boodschappen te doen. De bewoners die enig belang hechtten
aan het ontmoeten van andere mensen, besteedden overigens toch niet meer bij Jonker dan andere
dorpelingen (Gewikt, 1982).
12. Het gemeentebestuur van Middenschouwen heeft uiteindelijk afgezien van deelname aan het project
Integrale Dorpsplannen. Zij vond het project te omslachtig en verwachtte weinig van de uitkomsten.
Onduidelijkheid over de subsidies speelde hier mogelijk ook een rol. De bewoners van Ellemeet hebben
daarna zelf, met behulp van een opbouwwerker, een alternatief plan gemaakt. Toen dit plan aan de
gemeente Middenschouwen werd aangeboden deed men het verzoek zich alsnog aan te sluiten bij het
project Integrale Dorpsplannen. De gemeente wees dit echter af.
13. Door deze lokatiequotiënten te berekenen worden (landelijke) fluctuaties in het kiespatroon uitgescha
keld, Bij het verzamelen van de gegevens heeft streekarchivaris H. Uil geadviseerd en bemiddeld. Ik dank
hem daarvoor en voor de gastvrijheid ondervonden op het Streekarchivariaat.
14. ik dank het bestuur van de Vereniging van Stad en Lande voor het ter inzage geven van deze interessante
bron. Institutionele leden zijn in de analyse buiten beschouwing gebleven.
Literatuur
DORPENONDERZOEK, Het Zeeuwse dorpdoor de bewoners bekeken, Rapporteur: T. v.d. Meulen. P.P.D. voor
Zeeland,'E. T. I. voor Zeeland/Provinciaal Opbouworgaan Stichting Zeeland, Middelburg, 1976,
DORPSPIAN SIRJANSLAND, Kleine Kernen Experiment, Project Integrale Dorpsplannen. Stad en Landschap,
Middelburg, 1983.
DORPSPIAN KERKWERVE, Gemeente Middenschouwen Heidemij Adviesbureau Rapportnummer 72788/3,
1989.
EEN DORP VERDER, Op weg naar een provinciaal kleine kernenbeleid, Provincie Zeeland, 1984.
EVALUATIERAPPORTEvaluatierapport van het Kleine Kernen Experiment Schouwen-Duiveland, Kerkwerve,
1983.
GEWIKT, Een onderzoek naar de funktie van de winkelvoorziening in Kerkwerve (rap. E.E. Kleber T.v.d.
Meulen), BRW-project Schouwen-Duiveland/PPD Zeeland. Kerkwerve/Middelburg, 1982.
GEWOGEN, Een onderzoek naar de levensvatbaarheid van distributieve voorzieningen in Ellemeet (rap.
T.v.d. Meulen). BRW-project Schouwen-Duiveland/P,P,D. Zeeland. Kerkwerve/Middelburg, 1981.
J. P. Groot, Dorpsbinding en lokaal bewustzijn. In: P. Huigen M. van der Velden (red.); De achterkant van
verstedelijkt Nederland; de positie en funktie van landelijke gebieden in de Nederlandse samenleving.
Nederlandse Geografische Studies 89. Geografisch Instituut RUL' KNAG, Utrecht Amsterdam, 1989, p.
109-118.
129