helft was werkzaam in de landbouw, in industrie en diensten elk een kwart. Zierikzee was weliswaar aangewezen als industriekern, maar het gesubsideerde industrieterrein lokte nagenoeg geen gegadigden. Dat was tegen de verwachting, want allerlei voordelen konden worden geboden. Zierikzee was een zeehaven, de grond was goedkoop, arbeidskrachten waren in ruime mate beschikbaar, er was een compleet scholenpakket met inbegrip van een lyceum, de nabije recreatie-mogelijkheden en de verbindingen die het Deltaplan op korte termijn zou bewerkstelligen leken allemaal voordelige factoren. Enkele industrieën waren er. Daaronder was Zeelandia, een bloeiende onderneming in bakkerijgrondstoffen, die gelukkig weerstand bood aan verlokkende aanbiedingen tot vestiging elders. Onder leiding van de toenmalige, eminente directeur M. Doeleman H. J.zn,, de tweede generatie, ontwikkelde het bedrijf zich verder en was daarnaast tot grote steun aan andere plaatselijke instellingen en bedrijven. De Zierikzeesche Nieuwsbode, onmisbaar op Schouwen-Duiveland maar worstelend met een niet al te groot abonnementental, de aloude drukkerij Lakenman Ochtman, de Concertzaal hebben hun voortbestaan te danken aan Zeelandia's verknochtheid aan zijn geboorteplaats. Een belangrijke doorbraak is stellig geweest de vestiging van Smit en Bolnes, die scheepsmotoren ging bouwen aan het havenkanaal. De directeur D. Smit uit Kinderdijk, had dan ook, als fervent zeezeiler op de Oosterschelde, liefde opgevat voor Zierikzee. In het begin van de jaren zestig werd er een kentering zichtbaar: in Zierikzee begon het bevolkingstal te stijgen. En het toerisme ging in hoog tempo in belang toenemen; dat was vooral in de westhoek merkbaar. Alom op het eiland had het herstel zijn beslag gekregen. Er werden woningen gebouwd. Bejaardenvoorziening werd op moderne leest geschoeid. Dankzij een gift van het Zweedse Rode Kruis kon een nieuw ziekenhuis bij Zierikzee worden gebouwd. Alle gemeenten werden betrokken in de exploitatie en deelden in de jaarlijkse tekorten. Gezegd mag worden, dat de herverkaveling op het eiland, die na en ook dankzij de ramp kon worden uitgevoerd, tot goede resultaten heeft geleid. Enige vooraanstaanden uit de agrarische sector verleenden dankzij hun gezag op het eiland daaraan de nodige steun; daarmee komen mensen als Geluk, Klompe, Der Weduwen en Van der Zande in de herinnering. Het eiland kreeg een nieuwe plattegrond: een nieuw wegennet en een nieuw waterwegennet. Dat alles met het belang van landbouw, lokaal verkeer en waterhuishouding als voornaamste oogmerk. Minder oog was er toen nog -voor recreatie en doorgaande wegen. De verwezenlijking van het Deltaplan en de latere ontwikkelingen op het gebied van verkeer en toerisme lagen dan ook in een ver verschiet of nog daarachter. De reorganisatie van de landbouw is drastisch geweest: de ruim 23 duizend percelen van vóór de ramp werden gereduceerd tot minder dan 9 duizend. In 1963 kon de Herverkavelingscommissie haar werk als afgerond beschou wen. Ondertussen naderden de Deltawerken. In 1959 kwam de keersluis in het Zierikzeese havenkanaal gereed. Daarmee fungeerden de huizen langs de haven in Zierikzee niet langer als zeewering, zoals eeuwenlang het geval was geweest. De straten daartussenin werden al sinds 1809 - na een hoge vloed afgesloten met vloedplanken. Met het gereedkomen van de keersluis werd het gemeentebestuur ontheven van zijn jaarlijkse taak tot controle in ieder zeewerend huis of de vloedplank achter de voordeur wel aan de eisen voldeed en het emmertje met klei, tot het dichtsmeren van de kieren, voorhanden was. De sleuven waarin de vloedplanken werden geplaatst zijn hier en daar nog aanwezig. Iets voor monumentenzorg? 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 18