Woonhuizen In de periode van het 'herstel van oude luister' prevaleerde de idee dat bij restauratie een woonhuisgevel 'mooi oud' moet worden gemaakt. Dit kon ertoe leiden dat, zoals in Burgh, een oude trapgevel in volle glorie werd hersteld, ook al staat hij temidden van huizen die een heel ander beeld zijn gaan opleveren. Hoewel er een opvallend verschil met de bebouwing in de omgeving zal ontstaan wordt bewust gekozen voor de herleving van de oude vormen. Bij de woonhuisrestauraties die na de tweede wereldoorlog plaatsvonden gebeurde dit niet meer. Ring 3 De Kazerne' te Dreischor toont aan dat het streven nu bijvoorbeeld is om alle sporen van verbouwingen die in een gevel zichtbaar zijn en die diverse fasen uit het bestaan van een huis vertegenwoordigen, in het zicht te brengen. Dit ondanks het feit dat men destijds bij die verbouwingen bedoeld heeft om de littekens te verbergen achter een pleister of verflaag. Dit handelen van ons nu is in wezen meer een archeologische dan een esthetische benadering. Voor beide benaderingswijzen wordt een beroep gedaan op de geschiedenis maar in feite laat de opvatting waarbij men de oude gevel in volle glorie herstelt beter zien wat er in het verleden bedoeld is. In beide gevallen is niet direct gerestaureerd met het oog op de omgeving. Tegenwoordig laat men soms de omgeving wel wat erg prevaleren, bijvoorbeeld bij de panden aan de Melkmarkt 13-15, die deel uitmaken van het raadhuis in Zierikzee. Omdat men hier werkt binnen het beschermde stadsgezicht heeft men ook hier 'mooi' gemaakt, maar in feite valser dan in Burgh. Een restauratie als deze in Zierikzee krijgt meer het karakter van aanpassingsbouw. De hiergenoemde voorbeelden uit Dreischor en Zierikzee zijn in strijd met wat men nu vaak terecht als een ideaal procédé beschouwt: consolideren, de bestaande toestand handhaven, herstellen zonder dat te zien is dat er hersteld is. Dit alles betreft de gevels. Voor het inwendige van het woonhuis is na de tweede wereldoorlog meer interesse ontstaan. Men benut de restauratie om het pand te bestuderen en te documenteren, waarbij wat men gevonden heeft wordt vastgelegd in tekeningen. Overigens acht men zich gerechtigd tot voortgaande aanpassing aan het eigentijdse gebruik, voor wat betreft voorzieningen als waterleiding, electrische verlichting en centrale verwarming maar ook grotere bruikbaarheid voor bewoning en bedrijf. Burgh, Ring 12. „Zwarten Hoek". (foto: J. D. C. Barrevoets, Zierikzee, coll. Streekar- chivariaat Schouwen- Duivelancl en Sint Philipslancl, Zierikzee) 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 32