lijke wegenstelsel, een verkeersachterstand tot in het midden van de jaren zestig van deze eeuw de vaste verbindingen met de Zuidhollandse eilanden en Midden-Zeeland tot stand kwamen. Hetzelfde geldt voor de tram Rotterdamsche Tramwegmaatschappij (R.T.M.) - die eveneens via veerdiensten een aansluiting gaf op het Zuidhollandse net, totdat dit vervoermiddel in 1953 na de watersnoodramp voorgoed verdween. De uitbreiding van de R.T.M.-veren in de jaren 1909-1918 bevorderden de aansluiting van het eiland. Voor het landbouwvervoer - het bietenvervoer richtte zich vooral op de suikerfabrieken in Dinteloord en Steenbergen; daar kwam de toegevoegde waarde terecht - had de tram grote betekenis, hetgeen zeker ook gold voor het watervervoer via de landbouwhavens. Alleen in dit laatste opzicht heeft Schouwen-Duiveland nooit een achterstand gehad. Het is duidelijk dat de opheffing van de archipel status die Nederland door de verbrokkeling van de verkeersinfrastructuur tot ver in de negen tiende eeuw heeft gekenmerkt voor Schouwen-Duiveland eerst medio jaren zestig aan de orde kwam. Knippenberg en De Pater geven in kartogrammen een bijzonder belangwekkend beeld van het verkeersisolement voor verschillende gebieden van ons land en wel in de jaren 1850, 1870 en 1920. De gegevens zijn gebaseerd op de reistijd naar Utrecht. In 1850 ligt de reistijd van Zierikzee naar Utrecht tussen 10 en 12V2 uur. Alleen Noord-Oost Nederland, Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen kwamen nog ongun stiger uit meer dan 12 Vi uur). Midden-Zeeland ligt dan eveneens binnen de marges van Zierikzee, immers het Sloe en hét Kreekrak zijn nog delen van de zeearm. 1920 1870 Gebied dat in 1850, 1870 en 1920 binnen een bepaalde reistijd vanuit Utrecht bereikbaar was. In 1870 is de verkeerssituatie verbeterd. Zeeuwsch-Vlaanderen komt op 10 a 12'/2 uur, Schouwen-Duiveland op 5 a IVi uur, dit laatste ten gevolge van de "aansluiting" op het landelijk wegennet. Het grootste deel van Midden Zeeland - Sloe- en Kreekrakdam zijn nog niet aangelegd kent een reistijd naar Utrecht van IVi a 10 uur, ter vergelijking met het uiterste noordoosten van Nederland; overig Friesland, Groningen en Drenthe liggen in de marges van Schouwen-Duiveland. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 44