1947
1950
1955
1980
1988
M
V
T
M
V
T
Ml)
V
T
T
M
V
T
Landbouw
en visserij
3593
686
4279
3693
716
4409
4300
150
4450
1158
1070
150
1220
Industrie en
ambacht 2)
1751
127
1878
1876
137
2013
2602
140
2742
2056
1445
280
1725
Diensten
2109
1242
1251
2174
1262
3406
1470
970
2440
5023
2955
2290
5245
Totaal
7643
2155
9798
7703
2115
9818
8372
1260
9612
8237
5470
2720
8190
1Toename door de verbouw van zilveruien. Er werkten 128personen in de visserij-sector, voornamelijk in
Bruinisse.
2) lnclusiej bouwnijverheid. In 1947 betrof dit 850personen; in 1954 - dijkherstel en wederopbouw - 2356;
in 1955 was het aantal teruggelopen tot ongeveer 1100, op welk niveau het zich ook in 1980 bevond.
Tijdens het hoogtepunt van de uitvoering van de Oosterscheldedam (1984) woonden er ongeveer 600
hierbij betrokkenen op Schouwen-Duiveland op een totaal van 9400 arbeidskrachten.
hangt samen met de ontwikkeling van de recreatie met als hoofdoorzaak de ontsluiting
naar het noorden en het zuiden medio jaren zestig. De cijfers voor 1988 geven aan dat de
werkgelegenheid voor vrouwen hierdoor sterk vooruitging. Het gaat met name om de
sectoren detailhandel, horeca, bankwezen e.d.
Oogstwerkzaamheden bij Burgh (ca. 1955).
(Coll. SlreekarchivariaatSchouwen-Duiveland en Sint Pbilipsland)
De landbouw zag tussen 1970 en 1980 het aantal bedrijven gehalveerd worden. Reeds
eerder, na de watersnoodramp van 1953, veroorzaakte de ten gevolge van het herstel
noodzakelijke herverkaveling een grote uitstoot van werkkrachten. Alhoewel vergele
ken met andere deelgebieden in het kleigebied van Zuidwest-Nederland de gemid
delde bedrijfsgrootte niet ongunstig was - alleen de Hoekse Waard en Noord-Beveland
vertonen een gunstiger beeld - stond de landbouw als geheel toch voor de
bedrijfseconomische noodzaak van schaalvergroting.
46