1 1 1 eilanden. Daar kwam de trein niet verder dan die ene lijn naar Vlissingen. Er kwamen geen bruggen die alle eilanden ontsloten, want plannen in de jaren '30 voor bruggen over de Zandkreek en het Zijpe werden niet uitgevoerd. De eilanden bleven aangewezen op veerdiensten. Deze veerdiensten waren echter sterk afhankelijk van het weer. Het aantal vaarten varieerde van 2 tot 3 per dag bij de verschillende veerdiensten. Er kon dus voor de meeste Zeeuwse eilanden niet gesproken worden van „ontsluiting" en „direkte verbindingen" in de jaren '30. Vervoer op en naar Schouwen-Duiveland in 1939 personenvervoer goederenvervoer over water over de weg door de lucht veerdiensten: luchtlijn KLM Vf, PSD, Maas eigen vervoer lijndienst ■revoels e.a trams RTM paard en wagen particuliere huurauto's: Van Oeveren, auto's Gebr. De Jonge e.a. over water over de weg m ongeregelde beurtschepen goederenv binnenvaart schepen op schepen RTM Schema: P. F. Vleugel Schema I. Vervoer op en naar Schou wen-Duiveland in 1939- goederentrams RTM vrachtauto's RTM Van der Wekken e.a. Om Schouwen-Duiveland te kunnen bereiken, moest er gevaren of gevlogen worden, omdat er geen enkele vaste oeververbinding was. Vervoer over water was het belangrijkste. Vliegen was voorbehouden aan enkele rijkeren die zich dit snelle, luxe vervoer konden veroorloven. De meeste goederen werden vervoerd met beurtschepen en ongeregelde binnenvaartschepen. Ongeregelde binnenvaart voer niet op regelma tige, vaste tijden volgens een dienstregeling zoals bij de beurtschepen. Deze binnen vaart kon laden en lossen in een van de vele haventjes op het eiland. Goederen die 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 58