De verlengde Provinciale boot van de PSD in de haven van De Val (I960). (Coll. C. P. Pols) Nadat Provinciale Waterstaat een weg naar De Val had aangelegd, werd de veerdienst van de P.S.D. veiplaatst van 't Luitje naar De Val. Toen in I960 de dam in de Zandkreek opengesteld werd voor het verkeer, werd de veerdienst Zierikzee-Kats op Noord Beveland. De overtocht werd daardoor bekort van een uur varen tot een halfuur varen. Het aantal vervoerde auto's en passagiers werd het hoogste in de hele geschiedenis van de veerdienst. De binnenvaart bleef tussen 1945 en 1965 van essentieel belang voor Schouwen- Duiveland voor het afvoeren van landbouwprodukten, als suikerbieten, aardappelen, hooi, granen en vee. Ook voor het aanvoeren van bouwmaterialen, kunstmest, landbouwgips en olie werden de binnenvaartschepen gebruikt. Het aantal binnenvaart schepen dat jaarlijks naar Zierikzee toekwam, nam toe en ook het tonnage van de schepen werd groter. Het aantal schepen dat in de haven van Zierikzee kwam, was ieder jaar het grootst in de maand augustus, doordat er na de oorlog ieder jaar meer pleziervaart kwam in de zomervakantie. De periode van 1945 tot 1965 werd dus op Schouwen-Duiveland gekenmerkt door algehele groei van de omvang van het vervoer, ondanks een praktisch gelijkblijvende omvang van de bevolking. In het goederenvervoer trad er een verschuiving van de tram naar vrachtauto's op. Schouwen-Duiveland bleef echter een eiland en daarmee afhankelijk van varen en veren. Uitzonderlijk vervoer door de watersnoodramp, 1953 In het vorige hoofdstuk is de periode van 1945 tot 1965 als één geheel beschouwd, omdat het karakter van het vervoer naar Schouwen-Duiveland niet wezenlijk veran derde. In die periode van geleidelijke groei was één grote uitzondering, namelijk 1953- Vanaf 1 februari 1953 veranderde het normale beeld rigoreus door de overstroming. Daarom wordt 1953 apart behandeld. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 66