Over de Ramp van 1 februari 1953 is al veel geschreven, daarom wordt de Ramp hier beperkt tot de vervoersaspekten ervan. Het grootste deel van Schouwen-Duiveland kwam onder water te staan. Slechts weinig bleef droog: een smalle strook land in de Gouwepolders midden op het eiland, de Westhoek en het hoogst gelegen deel van Zierikzee, Vervoer over land werd daardoor praktisch onmogelijk. Trams en bussen konden alleen over een klein trajekt in de Westhoek rijden. Verder ging de tram dat jaar niet meer op Schouwen-Duiveland, doordat pas in november alle stroomgaten gedicht waren. De tramlijnen waren erg beschadigd door het zoute water en soms totaal verdwenen. De Schouwse Dijk bleef behouden en daarmee een verbinding over land tussen Zierikzee en Brouwershaven (de ..corridor"). Praktisch alle vervoer moest in 1953 zodoende per schip plaatsvinden. Veerboten, binnenschepen en vissersschepen bewezen onschatbare diensten. Ook van elders kwamen vele schepen hulp bieden. Eerst werden vele mensen gered van zolders en daken. Velen vonden gastvrij onderdak in de corridorplaatsen en de Westhoek. Een groot deel van de eilandbevolking moest geëvacueerd worden. Dit gebeurde met de pas grondig gerenoveerde veerboten. Alle schepen van R.T.M. en P.S.D. werden ingezet voor noodverbindigen. Er kwamen tijdelijk veerdiensten van Zierikzee naar Burghsluis en van Annajacobapolder naar Zierikzee bij. De haven De Val bij Zierikzee en de tramhaven bij Zijpe werden geschikt gemaakt voor opvang van grote ladingen. Bij de Schelphoeken Ouwerkerk legde men bij de stroomgaten noodhavens aan. De haven van Burghsluis, waar de havendijk vernield was, werd vergroot. Deze voorzieningen waren nodig, want kort na de Ramp kwam een enorme vervoersstroom op gang per schip. Die scheepvaart werd dat jaar omvangrijker dan ooit! Vanuit Zierikzee vertrokken in de maand februari schepen met evacués, inboedels, vee en kadavers. Naar Zierikzee en de andere havens kwamen scheepsladingen goederen van het Rode Kruis, kleding, drinkwater en pompen. Later ook enorme hoeveelheden zand, stenen, cement, buizen en rijshout. Ook veel helpers en werkvolk werden aangevoerd. Gemiddeld kwamen er in 1953 172 schepen alleen al naar de havens van Zierikzee, Dat is veel meer dan het gemiddelde aantal van 114 schepen per maand in de jaren na de oorlog. De eerste nieuwe verbinding over land kwam gereed tussen Renesse en Brouwersha ven, de Rampweg. Via deze nieuwe, hoogwatervrije weg van de Westhoek naar Brouwershaven kreeg men een berijdbare weg als bij opkomend water de polder Schouwen weer vol liep. Vanuit de Westhoek, de corridor van Schuddebeurs tot Zonnemaire, Zierikzee en Bruinisse werd de strijd tegen het water aangebonden met groot materieel. Successieve lijk werden de gaten in de dijken gedicht en de polders vielen de een na de ander weer droog. De grootste stroomgaten, bij de Schelphoek en Ouwerkerk, konden pas in augustus en november 1953 gesloten worden. Daarna kon de grote schoonmaak en het herstel beginnen. Ook het vervoer kon weer genormaliseerd worden. De Ramp van 1 februari 1953 was aanleiding voor allerlei nieuwe ontwikkelingen. Vooral de herverkavelingsplannen en het Deltaplan zouden leiden tot ontsluiting van Schouwen-Duiveland. Een van de eerste veranderingen in het kader van de herverkave ling was, dat de tram definitief van het eiland verdween en dat alle passagiers voortaan met bussen werden vervoerd. De herverkaveling was erg ingrijpend, want daardoor kreeg het hele eiland een ander aanzien. De verbindingen over land werden beter, doordat alle macadam- en grindwegen geasfalteerd werden, zodat ze ook in herfst en winter ondanks „peeslik" toegankelijk bleven. Er kwam ook een nieuwe weg van 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 67