horeca-ondernemingen, leverde dit een belangrijke economische impuls voor de regio
op.
In 1958 werkte 27% van de beroepsbevolking van Schouwen-Duiveland in de
dienstensector, zo'n 1800 personen. Het landelijk gemiddelde was toen 47%. Na de
ontsluiting door Deltadammen en de Zeelandbrug, door de betere verbindingen dus,
werkten er in 1975 4450 personen in de dienstensector, dat was 54% van de
beroepsbevolking. Landelijk werkte in 1975 60% van de beroepsbevolking in de
dienstensector.
Toen in 1971 de Brouwersdam opengesteld werd, bleek dit al snel een recreatieweg
naar het Rijnmondgebied. Duizenden toeristen vonden hun weg voortaan naar
campings in de Westhoek of aan de dam. Het verkeer op de dammen nam ieder jaar toe
met zo'n 8% tot in de jaren zeventig. Daarna stabiliseerde dat. De grootste drukte op de
Deltadammen en de Zeelandbrug werden ieder jaar op zaterdag en zondag geregis
treerd en met name in de maanden juni, juli en augustus. Met het gereedkomen van de
weg over de stormvloedkering in 1987, nam het verkeer dat over de Zeelandbrug reed
met ongeveer 15% af in 1988.
In de jaren '60 kreeg ook Schouwen-Duiveland te maken met het verschijnsel van
suburbanisatie waarbij mensen vanuit de Randstad wegtrokken om zich op het
omringende platteland te vestigen, mits die gebieden vlot bereikbaar waren.
Al deze bovengenoemde factoren leidden na 1965 tot een enorme verkeerstoename,
maar tevens tot bevolkingsgroei. Het vertrekoverschot veranderde in een vestigingso
verschot, met het bestaande geboortenoverschot leidde dit tot bevolkingsgroei. We
zagen reeds dat Schouwen-Duiveland in 1965 23-163 inwoners telde. Op 1 januari 1989
waren er 29-741 inwoners. Aan de groeiende verkeersstroom zijn nadelen verbonden als
files, milieuvervuiling en parkeerproblemen in de zomer. Toch zijn de voordelen van
goede bereikbaarheid en meer werkgelegenheid belangrijker. Vanaf 1966 is bet op
Schouwen-Duiveland mogelijk om in Zierikzee te wonen en 's avonds van 6 tot 10 uur
iyi Rotterdam een cursus te volgen, dan ben je nog drie kwartier later, voor elven, thuis
met de auto. 's Avonds laat om eerste hulp in het ziekenhuis in Goes, omdat daar een
specialist woont die kan helpen bij een acute amandelontsteking is haalbaar in 25
minuten. Vóór 1965 waren bovenstaande verplaatsingen voor inwoners van Schouwen-
Duiveland onmogelijk, doordat de boten dan niet meer voeren.
In het bovenstaande is gekeken naar het veranderende verkeersbeeld. Dat betrof vooral
het particuliere vervoer. Dat het aantal mensen dat van openbaar vervoer gebruik maakte
ging dalen, laat zich uit het bovenstaande afleiden. Dat was ook een landelijk beeld. De
R.T.M., die later fuseerde tot Z.W.N., trachtte deze dreigende volumevermindering te
voorkomen door vaker te rijden, sneldiensten van Zierikzee naar Rotterdam in te stellen
en met de openstelling van de Deltadammen direkt nieuwe buslijnen over de nieuwe
wegen te openen. Na 1980 was uit de jaarverslagen echter niet meer op te maken
hoeveel reizigers er werden vervoerd op Schouwen-Duiveland. Wel is er sprake van
"minder".
Ook de binnenvaart werd qua aantal schepen na 1965 minder. Voortaan werd 80% van
het goederenvervoer door vrachtauto's verricht. De binnenvaart bleef wel belangrijk bij
het tot stand komen van de diverse Deltawerken, vooral bij de stormvloedkering in de
Oosterscheldemonding. Duizenden tonnen materiaal werden per schip aangevoerd
naar speciaal aangelegde werkhavens bij de kunstwerken. De transportkosten zijn het
laagst bij vervoer van massagoederen als zand, stenen en grind per binnenschip. Toch
nam het totale aantal binnenschepen af. Zeeschepen konden na het gereedkomen van
de Brouwersdam en de stormvloedkering in de Oosterschelde deze wateren niet meer
69