tuinland: in de meeste jonge polders overheerst de sterk gemechaniseerde akkerbouw.
De gemeente Westerschouwen heeft zijn faam als tuinbouwgemeente niet kunnen
handhaven door het verdwijnen van de fruitteelt. Er zijn caravans voor in de plaats
gekomen. In de gemeente Midden-Schouwen groeide de tuinbouw het snelst. De
gemeente Zierikzee heeft nu relatief het meeste grasland, Brouwershaven en Bruinisse
zijn echte akkerbouwgemeenten.
Naast intensivering is er sprake van een min of meer streekeigen specialisatie. In 1988
had 92% van alle bedrijven 1 ha akkerbouwgewassen in het bouwplan. Iets meer dan
de helft van alle bedrijven zijn pure akkerbouwbedrijven. Het aantal bedrijven met
akkerbouwgewassen halveerde bijna in de periode 1960-1988, mede doordat akker
bouw als bijtak werd afgestoten (ontmenging). Sinds 1935 is de gewaskeuze sterk
veranderd. Vlas was voor de oorlog een belangrijk gewas (rond Dreischor, Nieuwerkerk,
Sirjansland, Haamstede). Door de inundatie van 1944 en de ramp in 1953 was tijdelijk
jaar
Bouivplansamenstelting
een beperkt bouwplan met (zomer)granen en een klein areaal aardappelen mogelijk,
terwijl vlas en traditionele gewassen als groene erwten (schokkers) vanwege de lage
prijzen en het arbeidsintensieve karakter van de teelt uit het bouwplan verdwenen. Ook
voederbieten worden tegenwoordig niet meer verbouwd. Binnen de groep handelsge
wassen steeg het areaal graszaad gestaag. Het gemiddelde bouwplan voor bouwland zag
er in 1988 als volgt uit: 36% granen, 23% aardappelen, 19% suikerbieten, 8%
peulvruchten, 7% graszaad en 7% overige gewassen (waaronder zaaiuien).
Het aantal bedrijven met tuinbouwgewassen is minder dramatisch gedaald omdat de
grotere bedrijven ook tuinbouw zijn gaan doen; in 1988 had 47% van alle bedrijven
tuinbouwgewassen (exclusief zaaiuien) in het bouwplan, maar het aantal echte
tuinbouwbedrijven bedraagt 17%. De samenstelling van het teeltplan vertoont sinds
79