jaar Ontwikkeling nan de veestapel op Schouwen-Duiveland. levensonderhoud maar daardoor „leefde" de boerderij ook nog. Nu zit er geen leven meer in. Vijftig jaar landbouw betekent voor velen een verandering waarin de "dictatuur" van het paard is opgevolgd door de huidige periode van hollen of stilstaan. „De paarden, daar was men geheel op aangewezen. Daar had men veel voor over. De schuur stond op de zonnekant, het woonhuis op de schaduwkant. Een paardeleven leek wel belangrijker dan dat van de vrouw". Voor de paarden was het een verloren zaak: „paarden deed ik graag, maar zo snel dat die trekker met benzine was, dat vond ik geweldig". Nu is het: „door de mechanisatie gaat alles sneller. Het maakt niet uit wat het weer is. Je zit in het najaar 14 uur op een trekker, eind november of begin december is alles al gebeurd. Dan is alles aan kant. Dan komt er echt een dode tijd. Ze moeten nu een bijbaan zoeken voor die tussenperiode. Dat is een verarming. En ga je wachten tot het in maart weer begint. In juni kan je met vakantie gaan". Het produkt en de vrije tijd bepalen nu de dagindeling: men werkt „om klaar te wezen". De concrete invulling van het werk en de gebondenheid aan bedrijf zijn nu sterk afhankelijk van de tak van landbouw (akker bouw, melkveehouderij, tuinbouw). Een ander aspect dat de agrariërs sterk bezig houdt is de zelfstandigheid van de ondernemer. Er gaan veel grotere geldbedragen om in het bedrijf, de bedrijfsbeslissin gen hebben veel grotere consequenties gekregen en moeten sneller genomen worden terwijl de keuzemogelijkheden zijn gedaald. In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen intern ondernemerschap en extern ondernemerschap. Het interne ondernemerschap betreft het inzetten van arbeid en produktiemiddeien op het bedrijf zelf. De beslissingen daarover konden vroeger in een rustiger tempo worden genomen: „toen we nog een gemengd bedrijf hadden moest er wel eens een koe weg. Of er was 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 89