stoomtram Brouwershaven-Zierikzee-Zijpe; bij voorkeur met een aansluiting naar West-Brabant, via Sint Philipsland naar Steenbergen. De RTM zag daar wat in, mits in combinatie met een bootdienst van Zijpe naar Numansdorp. In 1900 kon de tramverbinding Brouwershaven-Steenbergen worden geopend. Twee stoomboten werden in dienst gesteld, genoemd naar toenmalige ministers van Waterstaat: Lely en Van der Sleyden. Tot in lengte van jaren zijn die hun goede diensten blijven verrichten; de namen werden een begrip. Op Schouwen-Duiveland waren de verwachtingen hooggestemd. Bij de opening van de stoomtramlijn werd een feestlied gezongen, op de wijze van „Wij leven vrij", naar de stijl van die tijd: Wij zijn uit d'eenzaamheid gered Gevoelen ons meer vrij En houden nu gelijken tred Waar handel zijne schreden zet Niets is er, wat ons thans belet, Als lid der maatschappij (bis) In een ander feestlied - op de wijze van „De kabels los" - kwamen deze regels voor: Het Schouwse kind is niet verwend Het kent niets dan i-so-le-ment. Het tramstation te Zierikzee, 1902. (Coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland) Van de verwachtingen is niet veel uitgekomen. Schouwen-Duiveland bleef voortleven in betrekkelijk isolement. De samenleving bleef in hoofdzaak agrarisch ingesteld. Na de ramp van 1953 vond de tram een allerwege toegejuicht einde. De reis van Burgh naar Rotterdam duurde naar het oorspronkelijke patroon meer dan vijf uur. Tot Zierikzee zat men een uur in de tram; nagenoeg geen van de Schouwse dorpen werd dan ook overgeslagen. Van Zierikzee tot Zijpe duurde het wat korter. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1989 | | pagina 9