De zorg voor monumenten, 1939-1989
door drs. E. P. Botman, drs. P. J. v.d. Heuvel en
dr. c. a. van Swigchem
Zorg voor monumenten
Ingrijpende gebeurtenissen in de kontext markeren de periode die de monumenten
zorg op Schouwen-Duiveland van 1939 tot 1989 heeft meegemaakt.
De jaren tussen de twee wereldoorlogen waren voor het eiland een rustige tijd. Het
uiterlijk van steden en dorpen was, gerekend naar onze huidige maatstaven, bijzonder
harmonisch. Het beeld leverde aansluiting op bij traditie en historie zonder enige
geforceerdheid. De kwaliteit van verbouwingen en nieuwbouw liet soms te wensen
over, maar de verstoringen die zij teweeg brachten bleven beperkt. Dit was des te
gelukkiger, omdat van effectieve monumentenbescherming van overheidswege nog
geen sprake was, en het welstandstoezicht zwak in de schoenen stond.
Bescherming en restauratie waren in deze periode een particuliere aangelegenheid.
Een van de landelijk wakende instanties, die de jaren door belangstelling heeft getoond
voor Schouwen-Duiveland is de sinds 1911 bestaande Bond Heemschut. Illustratiefvoor
de wijze waarop men in deze periode voor het bouwkundig erfgoed in de bres moest
springen zijn de lotgevallen van de Nieuwe Kerk te Zierikzee. Die dreigde in 1920
afgebroken te worden, omdat van de overheid geen bijdrage te verwachten was ten bate
van het noodzakelijke herstel. Van verschillende zijde en met uiteenlopende argumen
ten werd echter gepleit voor het behoud van het gebouw, en met succes.
Een schokkende gebeurtenis was de vetwoesting, in de slotfase van de tweede
wereldoorlog, van een belangrijk deel van de dorpskern van Bruinisse en van enkele
torens. Als gevolg daarvan kreeg men te maken met bouwondernemingen van grotere
omvang dan waaraan men gewend was, en waarbij de overheid financiële steun
verleende en een belangrijke zeggenschap had.
Brouwershaven. Stadsgezicht Markt vóór de nieuwe aanbouw naast het stadhuis.
(foto: J. D. C. Berrevoets, coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland)
21